Menu

Uddel – verdroeg een donk’re wolk

Uddel in de Tweede Wereldoorlog

Uddel was in 1940 een klein, besloten dorp. De maatregelen van de bezetter drongen slechts geleidelijk door. Toen men begon vliegvelden aan te leggen, zowel tussen Uddel en Elspeet, als tussen Uddel en Garderen, werden veel Duitsers in Uddel ingekwartierd. De Sicherheitsdienst zetelde niet in Uddel zelf, wel in Elspeet, Vierhouten en Nieuw-Milligen.
Veel inwoners werden opgeroepen om in kamp Nieuw-Milligen te werken, waar de paarden van de cavalerie waren gehuisvest. Hoewel het betekende voor de vijand werken, grepen velen deze gelegenheid aan om te ontkomen aan tewerkstelling elders in het land. Bovendien kon er aan alle kanten gesaboteerd worden, en dat gebeurde dan ook. Veel haver en later rogge voor de paarden verdween via fietstassen naar de Uddelse huishoudens. Ook bij houtskoolbranderij G. Beekman waren er mogelijkheden tot sabotage. Veel Uddelse mannen waren dankzij dit bedrijf in het bezit van een Ausweis. Dit behoede hen voor het gedwongen putten graven aan de IJssel. Toch moesten velen af en toe onderduiken om aan de ‘Arbeitseinsatz’ te ontkomen. Daaroe waren er in kippenhokken en schuren, maar ook in het bos schuilplaatsen ingericht. Er werden holen gegraven, die gestut werden met palen en gedekt met met takken en mos. Ook houtskooltanks werden soms ingegraven, den mannen en jongens lieten zich door het mangat naar beneden zakken, zodra een razzia dreigde. Eénmaal werd een dergelijke schuilplaats ontdekt en met een handgranaat onbruikbaar gemaakt. Gelukkig was de hut op dat moment onbewoond.

Kamp Nieuw-Milligen
Nieuw-Milligen was voor de oorlog het zogenaamde ‘Remontedepot’, het aanvullingsdepot voor paarden. Jonge en nieuw-aangekochte paarden werden er getraind voor dienst in het leger. Hoewel al in 1860 het eerste militaire kamp op Milligen werd gevestigd, werd pas in 1886 bij Koninklijk Besluit het Remontedepot opgericht. Er hebben altijd mensen uit Uddel en andere Veluwse dorpen gewerkt in Milligen. In de mobilisatietijd veranderde er aanvankelijk weinig op Nieuw-Milligen. De regio lag immers niet in vermoedelijk oorlogsgebied. Wel werd het noodlandingsterrein voor vliegtuigen, dat in de heide achter het militaire hospitaal lag, onbruikbaar gemaakt door het plaatsen van karren en wagens, die voor dat doel in Meerveld, Ouwendorp en Uddel werden gevorderd.

Bevrijding
Nadat op 17 april 1945 de Canadezen Apeldoorn hadden bevrijd, trokken zij al snel richting amersfoort en dus langs Nieuw-Milligen. Het merendeel van de Duitse militairen was enkele dagen daarvoor vertrokken, de achterblijvers bleven verzet bieden. Een vuurgevecht kostte enkele doden aan weerszijden, maar op 18 april werden de laatste Duitsers afgevoerd naar Apeldoorn.
Ook voor Uddel is de Tweede Wereldoorlog een ingrijpende gebeurtenis geweest. Vijf jaar van spanning, razzia’s onderduik en dwangarbeid werden gevolgd door wederopbouw en uitbreiding. Er kwam voorgoed een einde aan de armoede van de jaren dertig.
Het dorp heeft drie doden te betreuren, nl:
Gerrit van den Hoek, 36 jaar, Fennetje Mulder, 19 jaar en Reijer Schouten, 45 jaar.
Uit de verhalen van de dorpelingen komen enkele gebeurtenissen steeds weer boven. In het boek van Uddel, getiteld, Uttiloch, Utteld, Uddel, de geschiedenis van een strijdbare dorpsgemeenschap, zijn enkele herinneringen opgeschreven. Sommigen hebben hun ervaringen doorgegeven aan hun kinderen, maar de meeste inwoners van Uddel zijn niet zo spraakzaam. Ze deden wat gedaan moest worden, daar hoefde niet over gepraat te worden. Ook niet in de jaren na de oorlog. Voorbij was voorbij. Het leven ging verder.

bron: boek Uttiloch, Utteld, Uddel.

De kop van dit artikel, Uddel verdroeg een donk’re wolk is afkomstig uit het Uddels Volkslied.

De tekst van het volkslied staat hieronder.

Midden tussen veld en weide
ruim omzoomd door bos en zand
afgewisseld met wat heide
ligt een dorpje in ons land
Wond’re schepping van de Heer
ligt daar knus aan ’t Uddelermeer
Dat is dan Uddel, eeuwen al oud
Veluwse schoonheid, Gelders goud
Parel tussen het bos en het zand
vormt dit het hart van Nederland

Waar de armoe toen regeerde
sterk gedragen door het volk
hen de tegenslag niet deerde
men verdroeg een donk’re wolk
Vele stormen kwamen voor
maar ons dorpje leefde door
Dat is dan Uddel, eeuwen al oud
Veluwse schoonheid, Gelders goud
Parel tussen het bos en het zand
vormt dit het hart van Nederland

Later kwamen beet’re jaren
en de welvaart nam er toe
Met voorzichtheid vergaren
dankzij ’t geld van kalf en koe
Welke luxe men ook ziet
Uddelaars veranderen niet
Dat is dan Uddel, eeuwen al oud
Veluwse schoonheid, Gelders goud
Parel tussen het bos en het zand
vormt dit het hart van Nederland

Hieronder een ooggetuigeverslag, geschreven door:
Mevrouw D.M.C. van Dorssen-Wisse

Ooggetuigeverslag van de laatste oorlogsdagen in Uddel,

17 en 18 april 1945.

De nacht van 17 op 18 april 1945 was angstig. Erger nog dan de drie vorige nachten. Aan één stuk door trokken duitse troepen in wanorde terug naar het westen, dag en nacht, uit vier verschillende richtingen. De Hoffergrintweg, de Aardhuisweg, door het bos via Koning (de Heegde) en langs de Elspeterweg richting Garderen-Nijkerk. Zolang ze niet stilhielden was alles nog redelijk veilig. Maar wanneer het commando “Halt” klonk en er geen ratelende wielen meer gehoord werden, waren we nog meer op onze hoede. Ze drongen huizen binnen, na op de deur gebonsd te hebben en namen alles mee wat ze konden gebruiken. Er liepen uitgeputte koeien mee in de troep, die, als ze geen pot meer konden verzetten gewoon ergens aan de kant werden gezet. Verder Oekraïnse soldaten met de schoppen op de schouder, niet gewapend. Ook voerden ze kruiwagens en een enkele kinderwagen mee en twee boerenwagens, volgeladen met grote rookworsten. Het was één grote rommel.
‘s Avonds de 17e april stond de hei achter ons huis vol met Duitse kanonnen opgesteld en schietklaar. Geen prettig idee, maar na de vermoeiende voorgaande nachten, gingen we toch proberen te slapen. Eerst werd er nog geschoten, maar later werd het stil.
De volgende morgen, om 6 uur, een stralende dag, keek ik achter het huis, toen waren alle kanonnen weg en ook was er geen verkeer meer. Om 7 uur ging ik melk halen bij Reijer Groeneveld aan de Garderenseweg en kwam er niemand tegen. Maar de weg was bedekt met een dike lag paardenmest van vier dagen terugtrekkende paarden. Bij de viersprong kwam een jongeman op de fiets aanracen uit de richting Apeldoorn en riep: “Wacht even.” Toen hij vlak bij was liet hij zijn stuur los, stak beide handen in de lucht en riep:
“We zijn vrij.”
Een ongelooflijk gelukkig gevoel, op dat ogenblik kreeg ik tranen in mijn ogen en haastte me naar huis, waar iedereen al op was. We waren met tien mensen plus twee aangespoelde gasten (doortrekkers), die niet verder durfden te gaan op weg naar hun huis. Iedereen was dankbaar en overbluft, en de ingehouden blijdschap was enorm. Direct werd de grote vlag tevoorschijn gehaald, die al klaar lag, zowel bij de eierhal van de heer Kloosters (tegenwoordig Dijkgraaf Fietscity) als bij ons en in de mast gehangen. Een massa kinderen en volwassenen uit de buurt waren ook ineens erbij en stonden voor ons huis te dansen en te springen, maar in het dorp was nog niets te merken.

Een uurtje later kwam er een zoon van Jaap van Asselt aan de deur en zei dat er bij hun huis vreemde militairen waren, die ze niet konden verstaan. Ze dachten dat het engelsen waren en of ik mee wilde gaan. In de boomgaard voor de boerderij (tegenwoordig Aardhuisweg 70) zaten enkele oude duitse soldaten in het gras tegen een boomstam geleund. Een eindje verder stonden drie Canadezen, ongewapend, die op twee gevonden fietsen (één had achterop gezeten) zomaar een eindje waren gaan rijden vanaf het Aardhuis.
De duitsers waren eerst doodsbang, maar kregen van de canadezen sigaretten en daarna was de stemming heel goed. Eén van de duitsers zei onder tranen: “Jetzt sehe ich doch noch meine Enkelkinder wieder.” (Nu zie ik toch mijn kleinkinderen nog terug).De Canadezen kregen de raad om maar terug te fietsen naar het Aardhuis, waar ze met hun onderdeel lagen. Want er werd in het dorp nog flink geschoten vanuit het huis waar toen Jan Bronkhorst woonde, aan de Garderenseweg, door duitsers die niet weg wilden.
Er is ons vaak gevraagd of we in het dorp geen feest gevierd hebben die dag. Maar we lagen nog vlak onder de linies, zodat er weinig mogelijkheid geweest zou zijn.
Wel is er later, waarschijnlijk met koninginnedag, 31 augustus, een feest gehouden op het stuk hei achter de eierhal. Bij die gelegenheid had de familie Van Megen, de smid, een prachtige erepoort gemaakt over de Elspeterweg naast de smederij.
En daarop stond: ‘Uddel ontwaakt, 25 jaar te laat!’

Background

Mis nooit meer het nieuws uit Uddel!

Volg ons op social media of schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en evenementen in en om Uddel.

IN JE INBOX