Menu
Nieuwsoverzicht

“Vrijheid geef je door”

4 mei 2018

1057x gelezen
25

UDDEL    –    Indrukwekkend was het weer, de Dodenherdenking in Uddel, 4 mei 2018, bij het monument aan de Uttilochweg/De Rieten. De grote opkomst, goed om elk jaar weer te zien dat men van alle leeftijden aanwezig is om deze herdenking bij te wonen.

Ieder jaar herdenken we hen die hebben gevochten voor de vrijheid van ons land en daarbij hun leven hebben gegeven.

“Het is een goede gewoonte dat dit ook in Uddel gebeurt”, zei Sander Kok in zijn toespraak. “Om te herdenken, maar ook om het verhaal door te geven. Vandaag herdenken we de oorlogsslachtoffers. Morgen vieren we onze vrijheid. Hoe weten we werkelijk wat vrijheid is, als we niet weten wat oorlog is? Laten we daarom zuinig zijn op alle voorrechten die we hebben”, zei Sander Kok. De hele toespraak kunt u hieronder lezen.

Sanne de Vries had de gedichtenwedstrijd van de Prins Willem-Alexanderschool gewonnen en mocht dat voorlezen tijdens deze Dodenherdenking. ‘Altijd honger, altijd pijn’ staat er boven het gedicht, maar er mag ook dankbaarheid in doorklinken dat er hier geen oorlog is. Het hele gedicht is ook hieronder te lezen.

Muziekvereniging Juliana verleende ook dit jaar weer haar medewerking en de klok van de Hervormde Kerk werd geluid van 19.50 uur tot 19.58 uur, waarna de Last Post werd geblazen en het hierna twee minuten stil was. Een indrukwekkende stilte. Aansluitend werden er twee coupletten van het Wilhelmus gezongen.

Als eerste werd er een krans gelegd door de voorzitter van de Oranjevereniging, Peter Vos, samen met Sander Kok. Er werd ook een krans gelegd namens Uddels Belang en de Vrijwillige Brandweer Uddel en de Prins Willem-Alexanderschool. Daarna was er gelegenheid voor het aanwezige publiek om een roos bij het monument te leggen.

De mensen die kunnen vertellen over hun herinneringen aan de oorlog, die de oorlog meegemaakt hebben, dat worden er elk jaar minder. En de mensen die na de oorlog zijn geboren en opgegroeid, die moeten het hebben van herinneringen/verhalen verteld door hun ouders en/of grootouders. Deze groep mensen wordt elk jaar groter.

Herdenken is, zoals vanavond werd gezegd tijdens de Nationale Herdenking in de Nieuwe Kerk te Amsterdam:

“HERDENKEN IS EEN EREZAAK”

Ook voor nu en de komende generaties.

Hieronder de toespraak van Sander Kok. Wij zeggen Sander Kok hartelijk dank voor het beschikbaar stellen van zijn toespraak om die hier te publiceren.

Vrijheid geef je door

Vandaag is het 4 mei. Zojuist waren we 2 minuten stil. Indrukwekkend. Wanneer zijn we nog écht stil? Overal om ons heen is rumoer. Op onze werkplek, in onze auto, in onze huizen: stil is het bijna nergens. Tenzij we de stilte echt opzoeken. Terwijl stilte zo waardevol is. Voor een moment van bezinning, voor een moment van reflectie.

Vandaag is zo’n moment. Ieder jaar op 4 mei denken we aan hen die vielen voor volk en vaderland. Het is een goede gewoonte dat dit ook in Uddel gebeurd bij het bevrijdingsmonument wat in 1995 onthuld werd. Om te herdenken. Maar ook om het verhaal door te geven. Vrijheid geef je door, zo is immers de slogan van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

Het herdenkingsthema van dit jaar is ‘verzet’. Als jongere, geboren in 1983, heb ik daar weinig over te vertellen. Maar ik kan wel verhalen van anderen doorvertellen. En dat is wat we allemaal moeten doen. Het aantal inwoners uit ons dorp dat de oorlog bewust heeft meegemaakt, wordt ieder jaar kleiner. Maar de verhalen moeten verteld blijven worden. Opdat wij niet vergeten. Onze vrijheid is immers, zoals op het monument staat, een ‘kostbare gave en een blijvende opgave’.

Op een avond, in de tweede helft van januari 1943, het moet tegen achten zijn geweest, werd er aangebeld. Dat was ongewoon, de “avondklok” waarin je niet op straat mocht gaan, begon om 8 uur. Bij het opendoen stonden daar een vrij jonge man en een knap meisje met mooi krullend donker haar. Beiden hadden een joods voorkomen. Toen ik ze binnen liet, kwam het hoge woord er meteen uit. Wij willen onderduiken, kunnen jullie ons helpen? Deze vraag verraste ons volkomen. Eigenlijk werd alles daarmee op slag anders. Het confronteerde ons met gebeurtenissen die op je drempel plaats vonden en tot een werkelijkheid leken te horen waar wij geen deel van uitmaakten.
 

 Aan het woord is Maut Kool, inwoner van Apeldoorn. Geboren in 1920. Ik ontmoette hem op 22 april 2016 in het Verzetsstrijderspark in Apeldoorn. In dat park (overigens zéér de moeite waard om eens te bezoeken) liggen gedenkstenen als herinnering aan verzetsstrijders. In 2016 zijn daar twee stenen extra bijgeplaatst. Niet omdat er nieuwe verzetshelden bij kwamen. Maar de gemeente had nu eenmaal de regel dat verzetshelden pas na hun dood geëerd mogen worden in het park. En er zijn nu eenmaal verzetshelden die de oorlog overleefd hebben, en ook nog eens oud worden…

Bij de onthulling van de nieuwe gedenkstenen ontmoette ik de heer Kool en zijn vrouw Marietje. Beiden inmiddels ver in de negentig. Maar een kraakheldere geest. Ik raakte met ze in gesprek. En de verhalen kwamen als vanzelf. Als broekje, want zo voel ik me dan echt, luister je naar de indrukwekkende gebeurtenissen die dit echtpaar heeft meegemaakt. En aan het eind zei ik: “deze verhalen moet u opschrijven, dit moet bewaard blijven”. “Dat heb ik al gedaan”, was het antwoord. En hij verwees me naar het boekje: Voor en tijdens de oorlog, belevenissen van een jongmens uit Apeldoorn’.

En zo kan ik een deel van zijn verhaal vandaag doorvertellen. Spannend? Zeker. Maar hij zag zichzelf niet als een verzetsheld of stoere jongen. Het was hem letterlijk overkomen. De bel gaat, er staan Joden voor de deur. Kunnen we onderdak krijgen? Geen spannende acties voorbereid, maar de rinkelende bel verandert het leven voor goed. Stel dat bij uw of jouw huis de bel zou gaan? Wat zou onze reactie zijn? Er zijn oorlogsgebieden waar dit nog praktijk is. Hoe zouden wij reageren?

Maut werd te werk gesteld in Duitsland. Hij is daar, vanwege zijn optreden, zelfs nog verhoord door de Gestapo in het beruchte hoofdkwartier aan de Prinz-Albrecht-strasse in Berlijn. Tijdens verlof in Nederland dook hij onder in de buurt van Rijssen. In september 1944 werden via de provinciale weg van Wierden naar Rijssen versterkingen aangevoerd vanuit Duitsland. Dat moest uiteraard gebruikt worden tegen de Engelse en Canadese strijders. Wat kon je doen? Maut bedacht een plan.

Samen met een vriend ging hij naar de smid en maakten ze ijzeren voorwerpen met scherpe punten die ze ’s nachts op de weg gooiden. Daar moesten in ieder geval wat banden mee lek gestoken kunnen worden, als de Duitsers er overheen reden. En inderdaad, er gingen banden lek, maar helaas van een ambulance, die op weg was naar een zieke. Een onbedoeld gevolg. Waarom vertelt Maut dit verhaal dan toch? Hij schrijft: dit is geen relaas van successen. Het wil laten zien hoe doorsnee jonge mensen de oorlog beleefden en daarop reageerden.

Spannende dingen, maar ook gruwelijke ervaringen, bijvoorbeeld door zijn verloofde Marietje. In 1942 zijn ze verloofd, ze zijn kort na de oorlog getrouwd en (voor zover mij bekend) nog steeds samen. Tegen het einde van de oorlog werden de Duitsers agressiever. Zo ook op zondag 1 oktober 1944. Duitsers belden van huis naar huis aan. De dag daarvoor, op zaterdag dus, waren alle mannen van 16 tot 50 jaar opgeroepen om zich te melden voor werk aan verdedigingswerken in de buurt van Doesburg en Zevenaar. Er kwam vrijwel niemand opdagen. Huis aan huis werd gezocht naar jonge mannen die opgeroepen waren. Maut en zijn a.s. schoonvader waren snel de tuin ingedoken en werden niet ontdekt.

De volgende dag ging Marietje naar de ouders van Maut om te vertellen dat Maut bij hen in huis was. Bij het kruispunt Sprengenweg / Badhuisstraat zag ze tot haar ontzetting het lijk van een man op straat liggen. Zijn ogen waren afgedekt met een bebloede zakdoek. Op zijn borst lag een bordje met het opschrift ‘terrorist’. Het was overste Berendsen (voorman in het verzet), een goede kennis van haar vader. Een voorbijganger tilde de zakdoek op, zijn ogen waren uitgestoken. Ondanks de martelingen had hij geen enkele naam prijs gegeven. Verderop lag nog een lijk. Zo bleken er acht personen te zijn vermoord als wraakactie.

Zulke beelden neem je voor de rest van je leven mee. En dat dat waar is, weet ik, omdat Marietje mij het voorval zelf in 2016 diep ontroerd vertelde. En het is geen mooi verhaal, maar wel nodig om door te vertellen. Ook dat hoort bij het eerlijke verhaal over de oorlog. Maut en Marietje kunnen het verhaal gelukkig nog navertellen. En ze doen dat ook.

Nog even terug naar de bijeenkomst in het Verzetsstrijderspark. Ik sprak daar een oude vrouw, die tijdens de oorlog in Apeldoorn woonde. Toen ik vertelde dat ik uit Uddel kwam, zei ze direct: “ah, daar woonde Gerbrand Beekman”. Ze vertelde ook haar verhaal over de oorlog. Enkele minuten later sprak ik haar dochter. Die was boos en opstandig. “Moeder vertelt jou wel het verhaal maar aan ons als kinderen durft ze dat niet. Wij hebben nooit onze echte moeder leren kennen. Er is altijd een verborgen verleden.” Voor mij een extra reden om vandaag de verhalen door te vertellen, in de hoop dat u dat ook doet.

Vandaag herdenken we de oorlogsslachtoffers. Morgen vieren we onze vrijheid. Hoe weten we werkelijk wat vrijheid is, als we niet weten wat oorlog is? Laten we daarom zuinig zijn op alle voorrechten die we hebben.

En tegelijkertijd: Echte vrijheid is er als het woord van Jezus waar wordt: Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn. Dat geeft echte vrede én hoop voor de onbekende toekomst.

Tot slot. De bekende Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer was betrokken bij een aanslag op het leven van Adolf Hitler. Het verhaal gaat dat hij op weg naar zijn executie de woorden sprak: “dit is het einde, voor mij het begin van het leven.”

Sander Kok

Uddel, 4 mei 2018

Background

Mis nooit meer het nieuws uit Uddel!

Volg ons op social media of schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en evenementen in en om Uddel.

IN JE INBOX