UDDEL – Op deze site stonden een tijdje geleden een paar artikelen over de vis die er in het Uddelermeer zwemt. Tegenwoordig wordt er niet meer gevist, op een enkele illegale visser na dan.
Maar er is een tijd geweest dat er vispartijen op het Uddelermeer werden gehouden. Het Uddelermeer bevatte vroeger een rijkdom aan vis. De rustige en fraaie omgeving gaf al vroeg aanleiding tot het houden van vorstelijke visfestijnen aan het Uddelermeer.
Al onder hertog Adolf van Gelre, die van 1423-1463 en van 1471-1473 regeerde, wordt verteld over een gezellige vispartij op het Uddelermeer in 1462. Hiervoor liet de vorst zelfs twee bootjes en tien vissers met netten speciaal uit Harderwijk komen. Het Uddelermeer was toen groter dan tegenwoordig. Het Uddelermeer behoorde met de Hunnenschans tot het bezit der Gelderse graven en hertogen. In 1440 werden ze door hertog Arnold in pand uitgegeven aan zijn rentmeester Udo Talholt en later, in de 17e eeuw, verpacht namens de Staten van Gelderland door de rekenkamer.
In 1698 komt het Uddelermeer met de Hunnenschans in eigendom aan koning-stadhouder Willem III die op de plek van de toenmalige boerderij een jachthuis laat bouwen met een stal voor veertig paarden.
Onder stadhouder Willem IV (1711-1751) vindt in 1738 een vispartij op het meer plaats. Hierbij waren de koning van Pruisen en zijn zoon, de latere koning Frederik de Grote, als gasten aanwezig. Over de visvangst worden geen bijzonderheden vermeld. Nog meer dan zijn vader hield stadhouder Willem V (1748-1806) van een ‘vrolijke vispartij’ op het Uddelermeer.
Onder Koning Willem I (1772-1843) organiseerde de koninklijke familie, behalve vispartijen in eigen kring, ook ‘volksfeesten’ voor de jeugd van Uddel, zoals hardlopenwedstrijden of klimpartijen tegen een in het water geplaatste paal. Dit is te lezen in een boekje uit 1841 van de bekende ds. Heldring. Hij schrijft ook dat er vaak vrouwelijke wedlopen werden gehouden, maar ds. Heldring acht deze niet ‘dienstig’ ter bevordering van de goede zeden. Verder schrijft ds. Heldring dat er ieder jaar schaapsscheerdersfeesten plaatsvonden bij het Uddelermeer. Deze feesten werden met een fikse maaltijd besloten. Er werd zoveel gegeten van de aardappels met boter en stokvis, dat men, zoals een deelnemer vetelde, tenslotte “met den vinger het eten in de keel kon voelen”. Men kreeg in die dagen ook niet elke dag zulk eten.
Tijdens het bewind van koning Willem III (1817-1890) is er herhaaldelijk sprake van vispartijen op het Uddelermeer en het Bleeke Meer. Vaak dient een in de Hunnenschans geplaatste tent voor het nuttigen van een ‘dejeuner dinatoir’ met eigen gevangen vis. Er bestaat een aquarel die ’s konings adjudant Schönstedt in 1853 vervaardigde, waarop een man in een bootje bezig is met het inhalen van een net, terwijl aan de oever een persoon met tas en hengel, waarschijnlijk de koning, in gesprek is met enige andere heren. Enkele inwoners uit Uddel kijken toe. De Apeldoornse Courant maakt in 1866 nogal uitvoerig melding van vorstelijke vispartijen op het Uddelermeer en het Bleeke Meer, waarbij de koninklijke visser en zijn gevolg, dank zij ‘hun zoo uitmuntent ingericht vistuig’ zich dan voor hun moeite beloond zagen met een rijke vangst aan paling, snoek en baars.
Uit het bovenstaande zien we dat de omgeving van het Uddelermeer tot een terrein behoort dat boordevol is met herinnneringen aan prehistorische tijden en het Oranjehuis.
Afbeelding: litho uit 1880 van het Uddelermeer