Midden tussen veld en weide; ruim omzoomd door bos en zand;
afgewisseld met wat zand; ligt een dorpje in ons land;
Wond’re schepping van de Heer; ligt daar knus aan ’t Uddelermeer
Dat is dan Uddel, eeuwen al oud; Veluwse schoonheid, Gelders goud;
Parel tussen het bos en het zand; vormt dit het hart van Nederland
Zo wordt Uddel omschreven in het eerste couplet van het Uddels Volkslied. En wie een wandeling of fietstocht maakt rondom Uddel ziet hoe mooi het is, nu de heide bloeit en konmt verder veel moois tegen in de natuur, in het bos, op het veld. Ontmoetingen met een ree, die kijkt en denkt zal ik blijven staan of toch maar m’n eigen verstoppen in de mais. Zij kiest het zekere voor het onzekere en verdwijnt in de mais en wacht tot de kust weer veilig om zich te goed te doen aan wat er achter gebleven is bij het maaien van het graan.
Bij het groot zeilmeer springen de kikkers in grote getale het water in, één is er die wil wel even poseren voor een foto.