Vaak wordt dat wel als extra stukje tuin gebruikt. We willen het gebruik van dit snippergroen goed regelen en denken actief mee of en hoe de bewoner zo’n stukje in eigendom kan krijgen. De nieuwe spelregels die we daarvoor hebben opgesteld, worden de komende tijd besproken.
Deze spelregels zijn vastgelegd in een document met de titel ‘Herijking uitgiftebeleid openbaar groen’. Dorps- en wijkraden hebben nu gelegenheid om bij de voorinspraak hun mening te geven over deze ‘herijking’. Begin 2016 wordt het voorgelegd aan alle Apeldoorners. Na goedkeuring van dit uitgiftebeleid gaat de gemeente wijksgewijs aan de slag om het gebruik van de stukjes groen goed te regelen.
Hieronder het document: ‘Herijking uitgiftebeleid openbaar groen’
01| INLEIDING
1 Aanleiding
Vanuit een professionele, transparante en
klantgerichte gemeente zijn eenduidige afspraken
gewenst, zo ook ten aanzien van het
oneigenlijke ingebruikname van (snipper)
groen. De bestuurlijke wens om zoveel mogelijk
grondgebruik te legaliseren en zo min mogelijk
handhavend te hoeven optreden ligt
hieraan ten grondslag
Daarnaast staan we als gemeente voor een
krimpopgave ten aanzien van ons vastgoed.
Al het Vastgoed dat niet bijdraagt aan onze
kerntaken en of gemeentelijke beleidsdoelstellingen
stoten wij af, waaronder ook ons snippergroen.
2 Inleiding
Al sinds de jaren tachtig kunnen bewoners van
Apeldoorn aan hun woning of tuin grenzende
kleine percelen openbaar groen – ook wel
snippergroen genoemd – van de gemeente
kopen of huren en daarmee hun woongenot
vergroten. Van deze mogelijkheid wordt gebruik
gemaakt, maar de belangstelling hiervoor
lijkt af te nemen (zie tabel 1). De gemeente
Apeldoorn hanteert tot nu toe een niet
actieve verkoopstrategie. Dit leidt tot een beperkte
uitgifte van openbaar groen aan particulieren.
Het bepalen van een nieuwe verkoopstrategie
is van belang om het animo
voor de aankoop van snippergroen te doen
toenemen.
Naast de mogelijkheid om een verzoek in te
dienen om een strook gemeentegrond aan te
kopen of te huren, heeft de gemeente een
bestaand huurbestand van ca. 600 huursituaties.
Het verhuren van gemeentegrond levert
voor de gemeente weinig op. Dit komt omdat
de huuropbrengsten laag zijn en de kosten
voor het beheer van het huurbestand en het
afsluiten van een huurovereenkomst hoog zijn.
De terugverdientijd komt uit op 20 jaar. Dit
leidt ertoe dat verhuur zelfs kosten voor de
gemeente met zich meebrengt. Het is dus de
vraag of de mogelijkheid van verhuur moet
worden voortgezet. Daarnaast dient gekeken
te worden of bestaande huurcontracten moeten
worden voortgezet.
Niet alleen de huuropbrengsten zijn laag. Ook
de opbrengsten bij een verkoop zijn laag. De
reden hiervoor is dat de gemeente Apeldoorn
lage verkoop- en verhuurtarieven hanteert in
vergelijking met andere gemeenten. Een herziening
van de tarievenstructuur is wenselijk.
Daarnaast maken op dit moment veel bewoners
in zowel de stad als de dorpen gebruik
van stroken gemeentegrond zonder dat daarvoor
afspraken zijn gemaakt. In veel gevallen
trekken bewoners deze stroken grond bij de
eigen tuin. Hiertegen wordt tot nog toe niet of
nauwelijks opgetreden omdat de prioriteit elders
lag. Dit ‘oneigenlijk’ gebruik leidt soms
tot ongewenste rafelige randvorming en verrommeling.
Dat bemoeilijkt het onderhoud van
het resterende openbaar groen en de kwaliteit
van de openbare ruimte gaat erop achteruit. In
de meeste situaties doet het oneigenlijk gebruik
geen afbreuk aan de kwaliteit van de
openbare ruimte en is verkoop aan de bewoner
eventueel mogelijk.
Echter, de gemeente kan veel van deze in
gebruik genomen grond niet verkopen of verhuren,
omdat ze op dit moment niet op de
uitgiftekaart staan en daardoor niet uitgeefbaar
zijn. Ruimere uitgiftemogelijkheden zijn
gewenst om terugvordering te voorkomen.
In het kader van verzakelijking en transparantie
zijn eenduidige afspraken nodig. Het is
gewenst om verjaringskwesties bij oneigenlijke
ingebruikname te voorkomen door contracten
aan de voorkant goed af te regelen en afspraken
formeel correct vast te leggen.
Ook voor nieuwe aanvragen voor de aankoop
van stroken gemeentegrond zijn ruimere uitgiftemogelijkheden
gewenst. De gemeente richt
zich vanuit haar kerntaak vooral op eigendommen
die van strategisch belang zijn –
zoals de stedelijke en wijkhoofdgroenstructuur
– en op eigendommen waar (ruimtelijke) ontwikkelingsdoelen
aan de orde zijn. Enkel hierop
wil de gemeente sturen op behoud en versterking.
Bij een groot deel van het openbaar
groen binnen de wijken en buurten gaat het
om eigendommen die niet van strategisch
belang zijn of waar ontwikkelingsdoeleinden
niet aan de orde zijn. Verruiming van de uitgiftemogelijkheden
ten opzichte van het huidige
beleid is in die gebieden wenselijk.
– 2 –
–
3 Doel
Bovenstaande constateringen leiden tot de
bestuurlijke wens om:
• het gemeentelijke uitgiftebeleid te herijken
en de burger méér tegemoet te komen
door de uitgiftemogelijkheden van percelen
gemeentegrond te verruimen;
• de verkooptarieven te verhogen tot marktconforme
tarieven en te stoppen met verhuur
van perceeltjes;
• de oneigenlijke ingebruiknames zoveel
mogelijk te formaliseren door verkoop;
• het moeten terugvorderen en handhaven
van in gebruik genomen grond tot een minimum
te beperken.
Dit document beantwoordt tegen deze achtergrond
de vraag of het uitgiftebeleid zodanig
kan worden aangepast dat het oneigenlijk
gebruik van gemeentegrond beëindigd kan
worden en de uitgiftemogelijkheden worden
verruimd.
4 Definities
In dit document wordt gesproken over stroken
gemeentegrond. Onder stroken gemeentegrond
wordt verstaan: grond in eigendom van
de gemeente direct grenzend aan een
(woon)perceel zonder belangrijke functie, ook
wel snippergroen genoemd.
5 Leeswijzer
Dit document is als volgt opgebouwd:
• Hoofdstuk 1 is een inleiding. Het doel van
dit document en een beschrijving van de
gebruikte definities staan hierin beschreven.
• Hoofdstuk 2 geeft een kort overzicht van
het huidige beleid alsmede de knelpunten
hiervan en behandelt de beleidsambities.
• Hoofdstuk 3a behandelt de voorwaarden
waaraan de uitgifte van een strook gemeentegrond
wordt getoetst.
• Hoofdstuk 3b gaat in op de tarieven voor
een strook gemeentegrond.
• Hoofdstuk 4 beschrijft het verhuurproces.
• Hoofdstuk 5 beschrijft het proces van
handhaving bij oneigenlijk gebruik gemeentegronden.
• Hoofdstuk 6 gaat in op de projectmatige
aanpak van het oneigenlijk gebruik gemeentegronden.
• Hoofdstuk 7 geeft een korte omschrijving
van het proces weer na afronding van het
de projectmatige aanpak oneigenlijk gebruik
gemeentegronden.
– 1 –
–
02| Beleidskader
1. Huidig beleid
Het huidige beleid, neergelegd in de nota “Uitgiftebeleid
Snippergroen” dateert van begin
2008. Het beleid bestaat uit een kaart van
uitgeefbare percelen en een aantal voorwaarden
voor uitgifte. In de voorwaarden wordt
onder andere gesteld dat alleen percelen kleiner
of gelijk aan 150 m² in aanmerking komen
voor uitgifte, het perceel geen gebruiksfunctie
mag hebben en geen deel mag uitmaken van
een groter geheel aan groenvoorzieningen.
Groen met de bestemming ‘wonen’ kan verkocht
of verhuurd en met de bestemming ‘verblijfsgebied’
alleen verhuurd worden.
Verder is een aantal praktische voorwaarden
opgenomen. Onder andere is gesteld dat aangrenzend
groen beheerbaar en bereikbaar
moet blijven en het uit te geven stukje groen
direct aan eigendom of gehuurde van de aanvrager
moet grenzen.
Op basis van het huidige beleid is slechts 13%
van het oneigenlijke grondgebruik uitgeefbaar.
De bestuurlijke wens om zoveel mogelijk
grondgebruik te legaliseren en zo min mogelijk
handhavend te hoeven optreden, vraagt om
herijking van het uitgiftebeleid.
2. Nieuw beleid en ambities
Hieronder wordt kort puntsgewijs de belangrijkste
punten van het nieuwe beleid en de
belangrijkste ambities omschreven:
1. Behoud groenstructuur
Apeldoorn heeft groen hoog in het vaandel
staan. Groen is als één van de kernkwaliteiten
benoemd in de Groene Mal van Apeldoorn en
in de Structuurvisie Buitenstad (2013). Een
belangrijk streven is dan ook het behoud en
de ontwikkeling van de groenstructuur in de
stad. Het doel van de groenstructuur is het in
stand houden van de belangrijke groene elementen
in hun samenhang, het waarborgen
van een goede kwaliteit daarvan en het veiligstellen
van de ecologische waarden van de
stad. Hierop wil de gemeente sturen op behoud
en versterking. De groenstructuur is op
kaart vastgelegd.
Naast behoud en ontwikkeling van de
groenstructuur richt de gemeente zich vanuit
haar kerntaak vooral op eigendommen van
strategisch belang, waar ruimtelijke ontwikkelingsdoelen
aan de orde zijn.
Bij een groot deel van het openbaar groen
binnen de wijken en buurten gaat het niet om
eigendommen van strategisch belang of waar
ontwikkelingsdoeleinden aan de orde zijn en
kan worden afgestoten.
2. Verkoop, tenzij, ….
De gemeente hanteert, buiten de groenstructuur,
het verkoop, tenzij-principe bij eigendommen
die niet van strategisch belang zijn of
waar geen ontwikkelingsdoeleinden aan de
orde zijn. Deze eigendommen behoren niet tot
haar kerntaak en kunnen worden afgestoten
tenzij daar zwaarwegende redenen voor zijn
om dat niet te doen.
3. Stoppen met verhuur
Het uitgangspunt bij het uitgeven van stroken
gemeentegrond is verkoop. Nieuwe huurovereenkomsten
worden niet meer uitgegeven.
Daarnaast dient het bestaande huurbestand te
worden gereduceerd door het actief verkopen
van deze stroken grond.
4. Het aanpakken van oneigenlijk gebruik
van gemeentegrond
Het oneigenlijk in gebruik nemen van stroken
gemeentegrond dient zoveel mogelijk te worden
geformaliseerd door verkoop Het terugvorderen
van deze stroken grond dient met
een minimum te worden beperkt. De doelstellingen
die we door aanpak van oneigenlijk
gebruik van gemeentegrond willen bereiken
zijn de volgende:
Legaliseren
Bewoners die gemeentegrond bewust of onbewust
oneigenlijk in gebruik hebben, krijgen
de mogelijkheid dit gebruik te legaliseren.
Regelen
Het oneigenlijke grondgebruik wordt geregeld.
De feitelijke situatie wordt in overeenstemming
gebracht met de juridische situatie. OF andersom?
Op deze manier wordt ook de verjaring
van gronden tegengegaan.
Duidelijkheid
Zowel de gemeente als de bewoners krijgen
duidelijkheid over de eigendomspositie van de
grond.
Gelijkheid
De rechtsongelijkheid tussen bewoners die
wel afspraken hebben gemaakt met de gemeente
en bewoners die een strook gemeentegrond
gebruiken zonder afspraken wordt
weggenomen.
Vergroten woongenot
Uit het oneigenlijke gebruik blijkt dat er vraag
is naar de mogelijkheid om gemeentelijk openbaar
groen als particuliere tuin in gebruik te
nemen. Bewoners willen op deze manier hun
woongenot vergroten. De gemeente wil de
burger tegemoet komen, maar kan vaak niet
aan deze wens voldoen, omdat het betreffende
perceel in het huidige beleid niet uitgeefbaar
is.
Generen van financiële middelen
Door het aanpakken van oneigenlijk grondgebruik
is de verwachting dat stroken grond zullen
worden verkocht en dat levert inkomsten
op voor de gemeente.
– 3 –
–
03a
| UITVOERINGSKADER:
“verkoop, tenzij (…)”
Of de gemeente overgaat tot uitgifte van gemeentegrond
wordt zorgvuldig overwogen.
Het uitgangspunt hierbij is: “verkoop, tenzij
(…)”. In dit hoofdstuk komen de criteria aan
bod waaraan onder andere wordt getoetst of
een strook gemeentegrond uitgeefbaar is.
1. Ligging grond
Eigendom
De gemeente dient eigenaar te zijn van de
grond.
Aangrenzend perceel
De strook gemeentegrond grenst direct aan
het eigendom van de aanvrager. Wanneer
sprake is van een strook gemeentegrond dat
grenst aan twee of meer percelen, komt de
verdeling van de strook grond tussen beide
buren tot stand. In beginsel wordt er geen
grond uitgegeven dat voor andermans perceel
ligt.
Kantelenvorming
Bij het uitgeven van grond is het streven dat
logische, rechte grenzen in de praktijk ontstaan.
In beginsel dient een gekartelde grensstructuur
voorkomen te worden. Echter, het is
geen doel op zich. Per geval dient bekeken te
worden of een wenselijke situatie ontstaat.
Ook hier is maatwerk vereist. Inritten worden
in principe mee uitgegeven om zo een gekartelde
grensstructuur te voorkomen. Maar ook
hier is maatwerk van geval tot geval vereist.
Veiligheid en doorgang
De veiligheid en doorgang van het omliggende
gebied komen ten gevolge van de uitgifte niet
in gevaar. Aangrenzend groen of waterlopen
blijven bij uitgifte beheerbaar en bereikbaar
voor onderhoudswerkzaamheden.
– 4 –
–
2. Groenstructuur
Behoud en bescherming van de stedelijke en hoofdwijkgroenstructuur staat voorop. Bij nieuwe aanvragen
worden in de stedelijke en wijkgroenstructuur geen percelen uitgegeven. Als het gaat om oneigenlijk
grondgebruik binnen de stedelijke en wijkhoofdgroenstructuur wordt maatwerk toegepast om
het gebruik te regelen. Het doel hierbij is zoveel mogelijk oneigenlijk gebruik van gemeentegrond te
legaliseren om het terugvorderen van deze stukjes grond tot een minimum te beperken.
Hieronder is de groenstructuurkaart weergegeven waarop de stedelijke en wijkgroenstructuur is aangegeven.
– 5 –
–
3. Bestemming
Wijziging bestemming
De bestemming van de strook grond wordt bij
uitgifte niet gewijzigd. Indien een wijziging van
de bestemming op korte termijn gewenst is,
kan de bewoner dit op eigen kosten doen. De
bestemming van de grond wordt gewijzigd bij
de reguliere herziening van het bestemmingsplan
of zoveel eerder als de gemeente dat
wenselijk acht en daartoe opdracht geeft.
Vigerend bestemmingsplan
Uit te geven stroken grond worden getoetst
aan het vigerende bestemmingsplan. In de
bestemmingsplannen zijn verschillende bestemmingen
opgenomen voor stroken grond,
bijvoorbeeld: verkeer-verblijfsgebied, verkeerweg,
wonen, groen. Als het gaat om groen uit
de hoofdgroenstructuur dan komt deze grond
bij een nieuwe aanvraag niet voor uitgifte in
aanmerking. Bij de bestaande annexatie staat
het uitgangspunt centraal dat zoveel mogelijk
situaties dienen te worden gelegaliseerd. Hier
wordt maatwerk toegepast.
Toekomstige ontwikkelingen
Indien er toekomstige ontwikkelingen zijn met
betrekking tot de uit te geven strook grond dan
komt de strook grond niet in aanmerking voor
uitgifte. Dit is bijvoorbeeld het geval bij in
voorbereiding zijnde bouwplannen, herinrichtingsplannen,
aanspraken van derden op de
grond etc. De strook grond kan indien de gemeente
dit wenst wel verhuurd worden, waarbij
de gemeente wel aan de huurder aangeeft
dat mogelijk in de toekomst een ontwikkeling
gaat plaatsvinden. Gaat de ontwikkeling uiteindelijk
niet door dan kan alsnog de grond
worden uitgegeven.
Bebouwing
Bouw- en gebruiksmogelijkheden van een
perceeltje zijn afhankelijk van de bestemming.
Gronden in de bestemming wonen of verkeerverblijfsgebied
kunnen ook in gebruik zijn als
tuin of erf. Afhankelijk van de ligging kan de
uitgegeven grond tot het achtererf worden
gerekend. Dat biedt mogelijkheden tot vergunningsvrij
bouwen. Aan vergunningsvrij
bouwen zijn echter wel voorwaarden verbonden.
4. Verkeer
Bij het bepalen of een perceeltje uitgeefbaar
is, wordt rekening gehouden met de verkeersveiligheid
en overzichtelijkheid. Indien verkoop
leidt tot een onveilige situatie, kan de grond
niet worden uitgegeven. Bij de beoordeling
van de verkeersveiligheid en de vraag of bij
uitgifte nog een overzichtelijke situatie aanwezig
is vindt maatwerk plaats op basis van de
specifieke locatie en omstandigheden.
5. Riolering/duiker
De riolering en/of een duiker moet voor de
gemeente toegankelijk zijn in geval van storingen
of om onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren. Daarom komt een groenstrook waar
riolering en/of duiker in aanwezig is komt in
principe in aanmerking voor uitgifte, tenzij door
de gemeente wordt beoordeeld dat er tegen
uitgifte geen bezwaar is. Indien een duiker
aanwezig is, wordt ook advies gevraagd aan
het waterschap over de uitgifte.
Indien een strook grond wordt uitgegeven
waar riolering en/of een duiker in aanwezig is,
zal er in verband met de toegankelijkheid een
regeling worden getroffen. Bij verkoop zal de
toegankelijkheid geregeld worden middels een
zakelijk recht of waar de gemeente dat wenselijk
acht op een manier die het best bij de situatie
past. De kosten voor de vestiging hiervan
liggen bij de koper.
– 6 –
–
6. Kabels en leidingen
Wanneer kabels en/of leidingen aanwezig zijn
in de strook grond, dan wordt aan de eigenaar
van de kabel en/of leiding (het kabel- of nutsbedrijf)
toestemming gevraagd voor uitgifte
van de grond. Ook hier geldt dat bij uitgifte
een regeling wordt getroffen in verband met
de toegankelijkheid (zie paragraaf 2.6). Constatering
van kabels en leidingen gebeurt door
middel van een klic-melding.
7. Openbare verlichting
Groenstroken, waarin openbare verlichting
aanwezig is, komen in principe in aanmerking
voor uitgifte, mits door de gemeente wordt
aangegeven dat er geen bezwaar is tegen
uitgifte of als overeenstemming met de gemeente
wordt bereikt over het verwijderen van
de lichtmast, het verleggen van de kabels
en/of het verplaatsen van de lichtmast. De
kosten die verband houden met de verwijdering,
verlegging en/of verplaatsing komen voor
rekening van de bewoner. Wanneer de lichtmast
behouden kan blijven bij uitgifte wordt
een regeling getroffen in verband met de toegankelijkheid
(zie paragraaf 3a.6).
8. Brandkranen
In principe worden geen stroken grond uitgegeven
als daarin een brandkraan aanwezig is,
tenzij door de brandweer aangegeven wordt
dat de strook grond uitgeefbaar is. Ook hier