UDDEL – Over het lager onderwijs in Uddel heeft Mr. J. Drost een korte historische schets geschreven. Hij was secretaris van de Stichting Oudheidkamer Uddel. Deze historische schets heeft hij geschreven in de beginjaren ’70 van de vorige eeuw. Hieronder kunt u de schets lezen.
Van het prille begin tot de splitsing.
In de periode voor 1842 was er in Uddel geen mogelijkheid tot het volgen van onderwijs. De kinderen gingen in Elspeet naar school. Eerst in 1842 kreeg het dorp een eigen onderwijzer, namelijk Hermanus Cornelis van Waalswijk, die voordien ondermeester was in de Rijp (Noord-Holland). Hem werd een kamer ter beschikking gesteld in het huis van Hendrik Jansen van de Kamp. Deze van de Kamp had nog een andere boerderij in eigendom, ongeveer in het midden van Uddel, in de buurt van Het Drie. Deze boerderij verhuurde hij aan zijn neef Jan Petersen van de kamp. In het grote bakhuis, behorende bij deze boerderij, werd in 1842 school gehouden. Er werd al gauw besloten een klein schoolgeld te heffen om in het salaris van de onderwijzer te voorzien en om leermiddelen te kunnen aanschaffen. Het bleek voor de ouders moeilijk te zijn dit schoolgeld bijeen te brengen en daaarom werd besloten, dat elk van de inwoners van Uddel de onderwijzer een dag in de kost zou nemen. De gemeente Apeldoorn heeft enkele jaren later door middel van een jaarlijkse toelage het onderwijs in Uddel gesteund. In 1847 is door toedoen van deze gemeente en de bewoners van Uddel een school gebouwd op een stuk heidegrond midden in het dorp, waar nu de Nederlands Hervormde Kerk staat. Een steentje met de letters H.C. van W. en het jaartal 1847 werd in de gevel aangebracht. Een eigen woning voor de onderwijzer kon er niet meer van af, want ook na veel dringende verzoeken gaf het gemeentebestuur weinig hoop. De bewoners hebben toen zelf in 1850 een huis gebouwd bij de school, wat vanzelfsprekend een grote vooruitgang betekende. Deze school en onderwijzerswoning hebben dienst gedaan tot 1865, toen ze op initiatief van de toenmalige burgemeester Mr. P.M. Tutein Nolthenius door een nieuw gebouw werden vervangen. Dit zou niet op dezelfde plaats komen te staan, want het was de bedoeling dat ook de kinderen uit Meerveld en Nieuw Millingen deze school zouden bezoeken. Daarom werd het nieuwe schoolgebouw, gereed gekomen in juli 1865, gevestigd dichtbij ‘Het Hof’, aan de Hoffergrintweg.
De oude school met woonhuis werd in 1865 verkocht aan de landbouwer Wijnbergen te Meerveld voor een bedrag van 370,00 gulden. De kosten voor de bouw van de nieuwe school bij “Het Hof’ werden beraamd op 2443 gulden en 12 cent. Maar tenslotte bleek een van 2880,00 gulden nodig. Het tekort werd gedeeltelijk gedekt door de opbrengst van de oude school, de rest werd verkregen door vrijwillige bijdragen.
Op 17 juli 1865 werd met het geven van onderwijs in deze school begonnen. Burgemeester Tutein Nolthenius bracht er op 29 augustus 1865 een bezoek. Op 23 september 1865 betrok de hoofdonderwijzer Aarsen met zijn echtgenote de woning. In 1866 en ook in voorgaande jaren deed de heer Aarsen herhaalde malen het verzoek een verhoging van de jaarwedde te mogen ontvangen. In 1863 bedroeg deze voor de hoofdonderwijzer slechts 275,00 gulden. In 1866 wer het jaarsalaris opgetrokken van 350,00 gulden tot een bedrag van 400,00 gulden. Hoofdonderwijzer Aarsen en zijn vrouw hebben veel goeds gedaan voor de inwoners van Uddel en de leerlingen van de school, in een tijd dat er veel armoede heerste. Mevrouw Aarsen kookte dikwijls hutspot voor de kinderen, zodat zij gedurende de middagpauze graag wilden overblijven.
De kwaliteit van het schoolgebouw en de onderwijzerswoning liet veel te wensen over. Dit blijkt wel uit de rekeningen van de reparaties en vernieuwingen in de jaren tamelijk kort na de bouw. In een schoolverslag van 1882 staat: “Het schoollokaal laat steeds veel te wensen over. De muren zijn druipende van vochtigheid en de stenen vloer lijdt hetzelfde gebrek”.
In 1892 werd het schoollokaal in tweeen gedeeld, er kwamen toen ook privaten en een bergplaats. Op de onderwijzerswoning kwam in 1899 zelfs een geheel nieuw dak. Een verbouwing vond plaats in 1902. De school werd vergroot met één lokaal. De kosten hiervan bedroegen 11.000,00 gulden. Met de aanleg van elektriciteit werd in 1928 begonnen. Zowel de school als de onderwijzerswoning werden van elektriciteit voorzien. De kosten hiervan bedroegen 405,00 gulden. In 1929 werd de woning van de hoofonderwijzer vervangen door een nieuw huis, het oude werd in 1930 voor afbraak verkocht.
In 1937 werd de christelijke school gesticht, de huidige Prins Willem-Alexanderschool, waardoor het aantal leerlingen van de openbare school daalde van ongeveer 150 tot enkele tientallen. In de gemeenteraad van Apeldoorn besloot men om de openbare school in stand te houden, ondanks het geringe aantal leerlingen. Gedeputeerde Staten van Gelderland evenwel onthielden de goedkeuring aan dit raadsbesluit. De gemeente ging in beroep bij de Kroon, die de beslissing van de Gedeputeerde Staten nietig verklaarde, zodat het voortbestaan van de openbare school verzekerd was. In 1970 is de derde lagere school in Uddel gevestigd, de Rehobothschool, een afsplitsing van de christelijke Prins willem-Alexanderschool.
Vervulling van het hoofdschap tot aan 1937.
Als eerste hoofdonderwijzer is de heer Van Waalswijk werkzaam geweest , en wel van 1842 – 1859.
Na een tijdelijk waarnemerschap van ene zekere Gelderblom werd de heer E. Willemse in 1860 tot hoofonderwijzer benoemd. In 1863 volgde de heer Aarsen hem op. De heer Aarsen heeft dus in de oude school les gegeven en is de eerste hoofdonderwijzer in het nieuwe gebouw aan de Hoffergrintweg geweest. In 1896 werd de heer Aarsen opgevolgd door de H.P. de Jong. Deze beëëindigde zijn werk op 1 januari 1901. Van 1901 – 1909 was de heer J. Polman hoofd der school. Hij werd in 1909 opgevolgd door de heer H. Kuik, die afscheid nam op 31 december 1916. De heer W. Mol is van 1917 – 1919 hoofd der school geweest en hij werd in 1919 opgevolgd door de heer W.K. Boelen. De heer Boelen was zeer geliefd in Uddel, mede door zijn sociale bewogenheid en zijn inzet voor het verenigingsleven. In 1936 legde de heer Boelen zijn functie neer en werd hij opgevolgd door de heer G.J. Luimers.
Een jaar later, in 1937, vond de oprichting van de christelijke school plaats, zodat de heer Luimers aan het begin van zijn ambtsperiode in Uddel een zeer moeilijke tijd heeft doorgemaakt, n.l. die waarin de meeste kinderen overgingen naar de christelijke school en het voortbestaan van de openbare school enige tijd onzeker bleef.
Tot zover de historische schets door Mr. J. Drost.
De onderwijzerswoning die in 1930 voor afbraak werd verkocht, die zat vast aan het schoolgebouw ( zie foto ), deze woning is weer opgebouwd aan de Garderenseweg, waar nu de Essenbrink is gevestigd.