UDDEL – Eind 2014 is er een onderzoek gedaan onder jongeren en opvoeders in Uddel. Om antwoord te geven op de vraag of Uddel een dorp is dat vraagt om een specifieke aanpak van problemen heeft Henrike Hofstede van ‘Jongeren Uniek’, in opdracht van de gemeente Apeldoorn een onderzoek uitgevoerd onder jongeren, opvoeders en professionals naar het opgroeien in Uddel. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in het rapport dat zaterdagochtend 30 mei is gepresenteerd in Het Blanke Schot.
Er zijn 520 vragenlijsten verstuurd naar de jongeren in Uddel in de leeftijd van 12 tot en met 21 jaar. Hiervan zijn er 163 teruggestuurd, waarvan er 162 correct ingevuld zijn. Dit is een respons van 32,5%, welke redelijk is. Omdat deze respons niet heel hoog is, kunnen de resultaten van deze peiling slechts met voorzichtigheid gegeneraliseerd worden naar de populatie.
Henrike Hofstede: “Het rapport is er niet om aan te tonen wat er mis is in Uddel, maar wel wat er verbetert kan worden in Uddel”.
Veel jongeren, 77% voelt zich thuis in Uddel en 91% voelt zich thuis in de buurt. Het verschil heeft te maken met leeftijd en het wonen in het buitengebied van Uddel. 30% van de jongeren voelt zich wel eens onveilig en 12% voelt zich thuis onveilig ( denk hierbij o.a. aan inbraak, niet aan geweld thuis). Van de ondervraagde jongeren drinkt 53% en van de 12-15 jarigen heeft 13% meer dan 5 glazen alcohol gedronken de afgelopen weken. Dit is ontzettend veel voor die leeftijd.
Jongeren, waarvan de ouders op de hoogte zijn waar ze mee bezig zijn, vinden vaak het aantal regels goed. Maar jongeren, waarvan de ouders niet op hoogte zijn waar ze mee bezig zijn, vinden dat er te veel regels zijn.
Met de jongeren in Uddel gaat het goed, geven zij aan. Wat ze in Uddel missen is een zwembad, een Action, winkels, straatverlichting en een verlichting bij de kooi, trapveldje. En ze vinden het belangrijk om een vast aanspreekpunt te hebben, nu weten ze vaak niet waar ze heen moeten met hun vragen. Als je in een dorp woont, zoals Uddel, dan er sociale controle. Sociale controle wordt positief en soms als negatief ervaren. Jongeren die op de basisschool zitten zijn tevreden in Uddel, de oudere jeugd vindt Uddel saai, er is niks te beleven volgens hun.
Vandalisme wordt als erg ervaren, maar men doet hiervan niet altijd melding bij de politie. Men lost het liever zelf op, de dader(s) zijn meestal snel bekend.
Steven Gerritsen, stadsdeelmanager van de gemeente Apeldoorn keek terug naar de afgelopen jaarwisseling en gaf de jongeren uit Uddel een pluim voor de wijze van de organisatie en hoe zich goed aan de afspraken gehouden hadden.
Als positief is ervaren dat er veel georganiseerd wordt voor de Uddelse jongeren, jeugdclubs, kerkerlijke activiteiten.
Wat bij de presentatie ook duidelijk naar voren kwam was de wat betreft de opvoeding van de kinderen die in de eerste plaats bij de ouders ligt. Dat dit niet altijd zo eenvoudig werd ook duidelijk. In deze tijd van de social media lopen de ouders vaak achter de kinderen aan. Maar er werd ook aangegeven dat het van groot belang is de communicatie tussen ouders en kind(eren) en omgekeerd. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen.
Het is natuurlijk goed om in kaart te brengen hoe het met de jongeren in Uddel is gesteld, wat er onder hen leeft en wat ze bezig houdt. Er is veel tijd in dit rapport gestoken en het is niet de bedoeling dat het in de onderste bureaula verdwijnt. Daarom is het belangrijk, om als Uddelse gemeenschap en de verschillende instanties, er voor te zorgen dat dit rapport handen en voeten krijgt, dat we het een gezicht geven. De jongeren in Uddel zijn de toekomst van ons dorp.
Hieronder het rapport:
Inleiding
Uddel. Een prachtig dorpje op de Veluwe, behorend tot de gemeente Apeldoorn. Uddel is één van de dorpen die de gemeente Apeldoorn rijk is. De gemeente Apeldoorn is ingedeeld in 6 stadsdelen met ieder hun eigen stadsdeelmanager, de dorpen hebben samen 1 stadsdeelmanager. Ook heeft ieder stadsdeel een eigen straatgroepenteam. Het straatgroepenteam is de plek waar professionals met elkaar groepen jongeren bespreken die buiten ‘hangen’. Aan de hand van de ‘Beke systematiek’ worden groepen ingedeeld en wordt een passende aanpak afgesproken. In het overleg van het straatgroepenteam dorpen zijn signalen besproken van sekse- ongelijkheid, onvoldoende seksuele weerbaarheid van meisjes, respectloos en grensoverschrijdend gedrag van jongens naar meisjes toe, opvoedverlegenheid bij ouders bijvoorbeeld op het gebied van hun eigen beleving van seksualiteit en de gemiddelde cultuur die jongeren op televisie of internet zien maar ook op het gebied van in gesprek gaan over geloofsbeleving. Alcoholgebruik onder jongeren.
Om antwoord te geven op de vraag of Uddel een dorp is dat vraagt om een specifieke aanpak van problemen heb ik, Henrike Hofstede van ‘Jongeren Uniek’, in opdracht van de gemeente Apeldoorn een onderzoek uitgevoerd onder jongeren, opvoeders en professionals naar het opgroeien in Uddel. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in het rapport dat voor u ligt. De conclusie is dat er uit Uddel andere signalen komen dan uit andere plekken in Apeldoorn, deze signalen verschillen met andere dorpen. Uit Uddel komen er meer signalen over seksualiteit en vandalisme. Wat zijn de signalen uit andere plekken in Apeldoorn en uit de andere dorpen?
De inhoud van het rapport ziet er als volgt uit; hoofdstuk één gaat over de opdracht en opzet van het onderzoek en de theoretische achtergronden. In hoofdstuk twee komen de bevindingen en resultaten aan de orde. Hierin zal zowel de visie van de jongeren als de professionele visie van de onderzoeker verwoord worden. In hoofdstuk drie worden conclusies van het onderzoek besproken.
Tot slot volgt in hoofdstuk vier de literatuurlijst en hoofdstuk vijf bevat de bijlagen.
Het onderzoek is uitgevoerd onder de eindverantwoordelijkheid van Henrike Hofstede van Jongerenuniek. Ik ben pedagoog met een ruime ervaring in het jongerenwerk en in de individuele begeleiding van jongeren met diverse problematieken. Jongerenuniek is gespecialiseerd in het onderzoek doen naar specifieke problematiek rondom verschillende thema’s bij jongeren. Tijdens het onderzoek ben ik bijgestaan door Titianne Geerlinks. Zij is werkzaam bij Stimenz als sociaal pedagogisch medewerker.
Door het kwantitatieve onderzoek is er getalsmatig inzicht gekomen in problemen die er bij jongeren spelen en onder welke subculturen van jongeren welke problematiek het meest voorkomt.
Door het kwalitatieve onderzoek hebben jongeren inzicht in hun eigen situatie gekregen en hoe ze die zouden willen veranderen. Er zijn veel gesprekken gevoerd met sleutelfiguren om inzicht in behoeften van jongeren te krijgen, met mede als doel om draagvlak te creëren om de aanbevelingen uit het onderzoek uit te voeren.
Hoofdstuk 1 Opzet van het onderzoek
1.1 De opdracht van de gemeente
Het straatgroepenteam, de werkgroep jongeren in Uddel en in de weerbaarheidstrainingen in het voortgezet onderwijs werden signalen opgepikt van zorgen over seksuele ongelijkheid onder jongeren, weerbaarheid van meisjes, grensoverschrijdend gedrag van jongens en alcoholmisbruik. Dit heeft de gemeente Apeldoorn doen besluiten om Jongerenuniek een onderzoek uit te laten voeren onder jongeren, opvoeders en ondersteunende organisaties in Uddel. Dit onderzoek moet inzicht geven in de vragen en problemen die leven op het gebied van gezond opgroeien en opvoeden. Tevens moet het een beeld geven van welke ondersteuningsbehoefte er is bij jongeren, opvoeders en organisaties op het gebied van opvoeden en gezond opgroeien. Jongerenuniek heeft de onderzoeksvragen opgesteld in nauwe samenwerking met Stimenz.
De centrale vraag van het onderzoek is als volgt:
‘Hoe gaat het met de jeugd in Uddel?’
Het onderzoek richt zich op de doelgroep jongeren.
Voor de volgende vraagstelling is gekozen;
- ‘Wat leeft er onder jongens en meisjes in de leeftijd van 12 tot 20 jaar’.
- ‘Wat heeft een kind nodig om te kunnen omgaan met verschillende problematieken’(o.a. huiselijk geweld, seksualiteit enzovoort).
- ‘Wat gaat goed, wat houdt ze bezig? Missen ze wat? Zo ja, wat missen zij? Waarmee zouden ze geholpen zijn?’
- ‘Wat leeft er bij ouders en opvoeders? Wat is voor ouders/opvoeders nodig om jongeren in hun ontwikkeling en vanuit opvoeding te ondersteunen?’
1.2 Opzet van het onderzoek
Voor dit onderzoek zijn twee onderzoeksmethoden gebruikt namelijk kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Hieronder volgt een uitleg van deze methoden.
Allereerst het kwantitatieve onderzoek. De methode Communities that Care is hier als theoretisch kader in verwerkt. In deze methode wordt eerst uitgebreid onderzoek gedaan onder jongeren. In dat onderzoek wordt gekeken naar risicofactoren en beschermende factoren in de domeinen gezin, school, kinderen en jongeren, en de wijk of buurt. Als de uitkomsten van dat onderzoek bekend zijn, worden er gerichte preventie- en/of interventiestrategieën ingezet. Deze strategieën zijn van tevoren wetenschappelijk onderzocht en omschreven als effectief of veelbelovend. De implementatie van interventiestrategieën valt niet binnen de opdracht van dit onderzoek. De uitkomsten van het onderzoek word
Deze methodiek Communities that care past in dit onderzoek om twee redenen;
Ten eerste ligt er een grote nadruk op de invloed van sociale verbanden. Omdat deze verbanden in Uddel nog sterk aanwezig zijn, is dit een adequate methode om toe te passen in Uddel. Ten tweede is de kracht van deze methode dat er niet zozeer gefocust wordt op probleemgedrag maar ook en vooral op kansen, op beschermende factoren binnen de sociale verbanden. Daardoor wordt de nadruk gelegd op het versterken van het positieve en wordt het negatieve in de preventie beïnvloed door een positieve sfeer.
Om bovenstaande te onderzoeken zijn er gesprekken gevoerd met jongeren. Daarnaast is er gesproken met ouders, leerkrachten, intern begeleider, kerkelijke ambtsdragers, vrijwilligers van sportverenigingen, huisartsassistente, jeugdartsen, wijkverpleegkundige, voorzitter dorpsvereniging.
Ten tweede is er kwantitatief onderzoek gedaan. Er is een jeugdpeiling gehouden onder 520 jongeren in Uddel. In deze schriftelijke enquête is gevraagd naar sociale verbanden, risicofactoren en beschermende factoren.
1.3 Theoretisch kader
Hieronder worden in verschillende paragrafen theoretische kaders toegelicht die van toepassing zijn op het onderzoek.
1.3.1 Nota jeugdbeleid
In de looptijd van ons onderzoek in Uddel is de transitie van de jeugdzorg voorbereid en zijn verschillende nota’s aangenomen die kaders geven voor de lokale uitvoering van jeugdzorg in Apeldoorn en regio. De kaders zijn terug te vinden in de kadernota ‘Jeugd, onze zorg’, de regionale kadernota ‘Samen Sterk voor onze Jeugd’, de nota ‘Doorontwikkeling CJG Apeldoorn’ en de ‘Beleidsnota Inkoop jeugd’. Omdat er een weg wordt ingeslagen die naar meer integraal werken leidt bieden de aanpalende beleidsterreinen van participatie, passend onderwijs, zorg, sport en cultuur, onderwijs en arbeidsmarkt en veiligheid ook kaders.
Het preventieve jeugdbeleid ‘JUMP II’ loopt door tot 2016 waarbij er in 2015 aansluiting wordt gezocht op de nieuwe jeugdzorg. Dat betekent dat er aandacht is voor een doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen (ontschotting), voor afschalen van zware zorg waar dat kan, het inzetten van interventies bij vroeg signalering waar mogelijk en het betrekken van een sociaal vangnet.
Het CJG fungeert als frontoffice voor de zorg voor jeugd. Het CJG is vast aanspreekpunt in de wijk en signaleert opvoedingsvragen (bij ouders, professionals en vrijwilligers) en ontwikkelingsvragen bij kinderen en jongeren, indiceert en verwijst door.
De subsidieregeling jeugd geeft de volgende kaders voor preventief jeugdbeleid:
Doelgroep: jeugdigen en opvoeders; inwoners van de gemeente in de leeftijd van 0 tot en met 23 jaar en hun opvoeders.
Doelstellingen:
a. Bieden van mogelijkheden tot ontmoeting en talentontwikkeling aan jeugdigen,
b. Preventie en vroeg signalering van opgroei- en opvoedproblemen, psychische problemen en stoornissen,
c. Versterken van het opvoedkundige klimaat in gezinnen, buurten, wijken en dorpen,
d. Bevorderen van de opvoedcapaciteit van ouders,
e. Inschakelen, herstellen en versterken van het eigen probleemoplossend vermogen van de jongeren, zijn ouders, verzorgers en het sociale netwerk,
f. Waarborgen van de veiligheid van de jeugdige,
g. Het verlenen van integrale hulp volgens het principe één gezin, één plan, één regisseur.
1.3.2 Participatie
“It takes a village to raise a child”. Er is een dorp voor nodig om een kind op te voeden. Dit oude Afrikaanse gezegde is zeker van toepassing op Uddel. Maar gebeurt dit ook daadwerkelijk in Uddel? En heeft dit dan een positieve of negatieve invloed op jongeren in Uddel? Twee vragen die in de interviews met jongeren en sleutelfiguren uit de Uddeler gemeenschap uitgebreid aan bod komen.
Bovenstaande uitspraak werd veel gebruikt door Micha de Winter, hoogleraar pedagogiek aan de Universiteit Utrecht. Participatie is het kernwoord in de theorie van Micha de Winter. Hij pleit voor participatie van jongeren als antwoord op afname van sociale cohesie in de maatschappij. Participatie is een middel om in te zetten op kansen bij jongeren, in plaats van alleen maar te praten over probleemgedrag. Jeugdparticipatie is het actief betrekken van jeugdigen bij hun eigen leefomgeving. Daarbij worden de kansen van jeugdigen verbeterd, maar dit is ook een onderdeel van community development, de ontwikkeling van de samenleving in zijn geheel. Deze zienswijze sluit aan bij de ontwikkeling van de jeugdzorg in Apeldoorn die zijn beschreven in de beleidskaders.
1.3.3 Sociale verbanden
In het publieke debat worden problemen die er zijn op het gebied van jongeren steeds vaker geweten aan het wegvallen van allerlei sociale verbanden. De vanzelfsprekendheid van verbanden binnen het gezin, de buurt en de kerk, komen steeds meer onder druk te staan of vallen weg.
Mischa de Winter heeft het hier al over en het lijkt sindsdien alleen maar een groter gat te zijn geworden (lezing Beter Maatschappelijk Opvoeden 1995).
Opmerkelijk is dat Uddel een uitzondering vormt; er bestaan juist nog veel van die sociale verbanden, ook al zijn die wel aan veranderingen onderhevig. Interessant is de invloed van sociale verbanden op het gedrag van jongeren. Kan de bevolking van Uddel daar haar voordeel mee doen? Of blijken de sociale verbanden die hier nog bestaan nauwelijks meer invloed uit te oefenen?
1.3.4 Pedagogische visie van Henrike Hofstede
Als professional voel ik me persoonlijk aangesproken door de theorie van een aantal pedagogen. Deze theorie draagt bij aan mijn professionele visie, die ik ook in mijn werk uit wil dragen. Daarbij is het natuurlijk van het grootste belang om aan te sluiten en rekening te houden met de normen en waarden van de jongere en de omgeving van de jongere.
Professor Marinus Langeveld, buitengewoon hoogleraar pedagogiek, heeft het in zijn werken over opvoeding vaak over de omgang tussen opvoeder en opvoedeling. Omgang is het belangrijkste opvoedmiddel. Daarbij is de dialoog erg belangrijk. Opvoeding is erop gericht om het kind mondig te maken, niet in de zin van brutaal, maar in de zin van het kind zelf bekwaam te maken om zijn leven in te richten en om zelf verantwoorde keuzes te maken. Daarbij vond Langeveld het belangrijk dat een kind in vrijheid opgevoed wordt, maar als je vindt dat het kind er voor jou echt toe doet, dat als je om een kind geeft, dat je een kind dan ook grenzen aangeeft. Hij noemt dit ook wel “vrijheid in gebondenheid”.
Janus Korczak, een Pools-Joodse arts-pedagoog, geeft in zijn werk aan dat je een kind wortels en vleugels moet geven. Wortels zijn de waarden en normen die je een kind in zijn opvoeding meegeeft en vleugels geef je aan een kind om zijn eigen invulling aan die waarden en normen te kunnen geven. Janus Korczak noemt daarbij dat ieder kind ook recht heeft op zijn eigen fouten. Jongeren moeten ook fouten kunnen maken om er van te kunnen leren.
Micha de Winter is hoogleraar pedagogiek aan de universiteit van Utrecht. Het sleutelwoord in zijn werk is participatie. Participatie kun je omschrijven als de mogelijkheden tot actieve betrokkenheid van kinderen en jeugdigen bij (besluitvorming ten aanzien van) hun eigen leefomgeving. Kortom, meepraten en meedoen. Een belangrijk onderwerp in het jongerenwerk. Participatie betekent dat je jongeren serieus neemt. Dat je niet alleen naar ze luistert en om hun mening vraagt, maar dat je vervolgens ook iets met die mening doet.
Hoofdstuk 2 Bevindingen
2.1 Gesprekken met jongeren
Er zijn gesprekken gevoerd met jongens en een paar meisjes die rondhangen op straat. Om met jongeren in gesprek te komen is er een panna toernooi georganiseerd. Hier kwamen veel jongeren op af.
Ook is er een ‘meidenavond’ georganiseerd. De meiden van de basisschool waren welkom om cupcakes te versieren. De meiden van middelbare school hebben alcohol vrije cocktails gemaakt. Op deze avond kwamen in totaal negentien meiden af. Om met meer meiden in gesprek te komen is er contact gezocht met de Jacobus Fruytier school in Uddel. Tijdens een uur cupcakes versieren, zijn er interviews afgenomen onder meisjes. Tijdens deze momenten is er met twintig meiden gesproken.
De voetbalkooi is een plek waar veel jongeren komen (vooral jongens). Met enkele regelmaat is de kooi bezocht en is er met jongeren gesproken. Tijdens het zaalvoetbal in de gymzaal is contact gezocht met de jongeren. Het gesprek over de Oud en Nieuw viering dat gevoerd is tussen jongeren en de burgemeester is bijgewoond op 11 november en ter informatie meegenomen in het onderzoek.
2.1.1 Elkaar kennen is gezellig
De meeste jongeren vinden het fijn om in Uddel te wonen. Ze geven aan dat het gezellig is dat iedereen je kent. Onder de basisschool jeugd wordt er nog veel op straat gespeeld. Elkaar kennen heeft ook een keerzijde, mocht er wat uitgespookt zijn dan is snel in het dorp bekend wie dat heeft gedaan. Het merendeel van de jongeren heeft hier niet onder te leiden.
Wat door jongeren wel vaak genoemd wordt is de kloof tussen wel/niet/anders gelovig. Met name tussen jongeren van de Rehoboth school en de Prins Willem Alexander school heerst rivaliteit. Dit wordt door leerlingen van beide scholen als naar ervaren. Er wordt veel gescholden en veroordeeld.
2.1.2 Voorzieningen
Jongeren in de basisschool leeftijd zijn erg tevreden over de voorzieningen in Uddel. Ze hebben genoeg te doen en zoeken elkaar vooral op, op straat. Jongeren in de basisschoolleeftijd geven wel vaak aan dat ze zich niet veilig genoeg voelen bij de voetbalkooi en dat ze er daarom maar niet meer heen gaan.
Zodra jongeren wat ouder worden, neemt de ontevredenheid over de voorzieningen in het dorp toe: ‘Uddel is saai, er valt niks te beleven’. Voorzieningen die in de enquête vaak genoemd worden die jongeren missen zijn zwemgelegenheid, schaatsbaan, crossbaan, winkelaanbod en een hangplek voor jongeren.
Ook zijn er jeugdclubs, zowel vanuit kerken als vanuit het dorp worden activiteiten georganiseerd. Jongeren in de basisschool leeftijd vinden dit leuk en bezoeken deze clubs, oudere jongeren geven aan dat de activiteiten niet aansluiten bij hun leeftijd en dat ze onvoldoende eigen inbreng kunnen geven. Jongeren vinden de activiteiten te kinderachtig en zij zijn op zoek naar recreatieve activiteiten waarbij ze hun eigen inbreng hebben.
2.1.3 Hulpverlening
Hulpverlening is nauwelijks bekend onder jongeren. Van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) hebben ze zelfs nog nooit gehoord. In de interviews met jongeren is de vraag gesteld wat ze zouden doen als een vriend of vriendin hulp nodig had. Daarop werd door de jongens vaak geantwoord dat ze het zelf wel oplossen.
Meisjes gaven vaak aan dat ze er allereerst met ouders of andere familie over zouden praten. Verder werden ook de vertrouwenspersoon op school vaak genoemd en de jeugdouderling. Ook werd de mogelijkheid genoemd om op catechisatie te blijven napraten of om een briefje met je vraag in de collectezak te doen
Op de Jacobus Fruytierschool is een vast aanspreekpunt gedurende de hele schoolperiode, namelijk een coach. Dit in het kader van een nieuwe insteek van mentor schap. In voorgaande jaren was het gebruikelijk dat een docent een klas toegewezen kreeg om daar mentor voor te zijn. Per jaar veranderde deze van klas. In de nieuwe opzet is het zo dat er per klas een coach wordt aangewezen. Deze coach blijft bij de klas gedurende de school carrière. De meeste meiden zijn hier erg positief over, al heeft de kwaliteit van de coach hierbij wel veel te maken met de persoonlijke inzet van de desbetreffende docent.
In de gesprekken kwam naar voren dat jongeren behoefte hebben aan een aanspreekpunt / jongerenwerker. Op de vraag wat die persoon dan zou moeten doen werd genoemd: opkomen voor de belangen van jongeren, doorverwijzen naar hulpverlening, maar ook toezicht houden en aanspreken van jongeren bij de voetbalkooi. Belangrijke eigenschappen die een dergelijke jongerenwerker zou moeten hebben zijn volgens de jongeren: betrouwbaarheid, voor langere tijd beschikbaar kunnen zijn en deze persoon moet kennis hebben van geloof / cultuur en moet zich kunnen verplaatsen in de jongeren.
Van de jongeren waarmee op straat een gesprek is gevoerd, hadden slechts een aantal kennis gemaakt met de jongerenwerker van Stimenz. De jongeren gaven aan dat de jongerenwerker vaak veranderde van persoon. Dit helpt niet om een goed contact op te bouwen.
Op de vraag welke problemen er spelen onder jongeren in Uddel werd vooral alcoholgebruik en vandalisme genoemd door de jongeren.
2.1.4 Veiligheid
Niet alle jongeren in Uddel voelen zich veilig, dit blijkt ook uit de enquête. Hiervoor zijn een aantal oorzaken te noemen:
Allereerst het gebrek aan toezicht bij de voetbalkooi. Hier maken veel jongeren gebruik van, maar er is geen toezicht. Dit maakt dat met name jongere kinderen maar ook meisjes in de tienerleeftijd zich hier niet veilig voelen. Veel jongeren mogen om die reden ook niet bij de kooi komen van hun ouders. Maar er zijn ook jongeren die zelf vinden dat ze hier beter niet meer kunnen komen.
Op de open vraag in de enquête wat jongeren missen bij ontmoetingsplaatsen buiten wordt veel genoemd verlichting bij de kooi en een jongere vraagt zelfs om orde bij de voetbalkooi.
Verder komt uit de enquête vaak naar voren dat jongeren ook buiten de ontmoetingsplaatsen het gebrek aan verlichting als een gemis wordt ervaren, wat zorgt voor een gevoel van onveiligheid bij veel jongeren. Dit is te verklaren doordat Uddel een groot buitengebied heeft, waar veel jongeren op de fiets doorheen moeten voor school, uitgaan en dergelijke.
Ook zijn er verhalen over kinderlokkers, potloodventers. Dit veroorzaakt veel onrust onder de jongeren.
Meisjes geven aan dat ze zich niet altijd weerbaar genoeg voelen. Grenzen aangeven is lastig. Wat opvallend is, is dat jongens weinig respectvol over meisjes praten.
2.2 Gesprekken met sleutelfiguren
Zowel Henrike (onderzoeksleider) als Titianne (jongerenwerker Stimenz) hebben gesprekken gevoerd en er is een verdeling gemaakt in de volgende sleutelfiguren:
- < >
Ambtsdragers van de verschillende kerken
-
Jeugdarts GGD
-
Jeugdverpleegkundige Vérian
-
Docenten en directeuren PO en VO
-
Vertrouwenspersoon VO
- < >
Medewerkers Stimenz
-
Straathoekwerk Nunspeet
-
Voorzitter dorpsvereniging
-
Vrijwilligers voetbal en volleybal
-
Beheerders en bestuursleden Blanke Schot
Zie bijlage 5.3 voor de gestelde vragen.
2.2.1 Uddel
Uddel wordt door de sleutelfiguren omschreven als een hardwerkende , saamhorige gemeenschap waar het geloof een grote rol speelt. Sommigen vertellen dat gelovige en niet-gelovige inwoners in diep respect voor elkaar samenleven. Anderen spreken over een diepe kloof tussen deze twee bevolkingsgroepen. Duidelijk is wel dat het geloof en de kerk een grote rol spelen in de Uddeler gemeenschap.
Door de sleutelfiguren wordt gezegd dat er in veel gezinnen nog een traditionele rolverdeling is. Dat wil zeggen dat de man buitenshuis werkt en de vrouw binnenshuis of gedeeltelijk buitenshuis. Wel gaan steeds meer meisjes studeren. Eén sleutelfiguur geeft aan dat studeren geen hoge status heeft in Uddel. Opmerkelijk is dat er in Uddel nog relatief veel grote gezinnen voorkomen.
Opvallend voor deze kleine gemeenschap is het actieve verenigingsleven en het grote aantal burgerinitiatieven. Zo zijn er verschillende sportverenigingen, een muziekvereniging, maar ook een dorpsvereniging, een burgerwacht en een dorpshuis en andere activiteiten. Ook de kerken getuigen van veel initiatieven. Van jeugdclubs en catechisatie tot gespreksgroepen en huwelijkstoerusting.
2.2.2 Signalen
In de gesprekken komen een aantal signalen naar voren. Hieronder worden ze één voor één beschreven:
Opvoeding: Volgens de sleutelfiguren is er veel opvoedingsverlegenheid bij de ouders. Een van de sleutelfiguren noemde als belangrijke opvoedvraag: “Hoe geef je erkenning aan je kind?”.
Er wordt door ouders en andere opvoeders een verminderd moreel besef waargenomen, waarden en normen zoals die van oudsher overgedragen werden, willen jongeren niet meer klakkeloos overnemen.
In de reformatorische cultuur wordt er van oudsher scheiding gemaakt tussen de kerk en “de wereld”. Met de wereld worden dan zaken bedoeld die niet in overeenstemming zijn met het geloof. Door het verbieden van bijvoorbeeld televisie en andere media kon “de wereld” ook gemakkelijk buiten de deur gehouden worden. Maar met de komst van social media en smartphones komen de jongeren overal mee in aanraking. Ouders willen hun kind(eren) wel aanspreken op, maar weten vaak niet hoe.
Communicatie: Ouders zijn vaak niet op de hoogte van de ontwikkelingen rondom social media en kunnen ze ook moeilijk bijhouden. Dit maakt communicatie over diverse onderwerpen waar jongeren via social media mee in aanraking komen lastig.
Een ander signaal, dat alles te maken heeft met opvoeding en communicatie is het verschil in toezicht binnenshuis en buitenshuis. Veel jongeren worden thuis wél regels en grenzen opgelegd, maar zodra jongeren buiten zijn is er nauwelijks toezicht. Ook wordt door de sleutelfiguren benoemd dat het erg lastig gevonden word om andermans kinderen aan te spreken op ongewenst gedrag.
Eén ouder die ik sprak vroeg mij: “Hoe kan het dat ik bang ben voor mijn eigen kind?” Deze ouder wilde haar kind aanspreken op zijn gedrag, maar het lukt haar niet om op een goede manier in gesprek te komen. De ouder is bang dat het kind weg zal lopen. Weglopen is ook een signaal dat door meerder sleutelfiguren benoemd wordt.
Als laatste werd door de sleutelfiguren meerdere malen genoemd dat jongeren vooral “oprechte aandacht” nodig hebben.
Opvoeding en communicatie:
Alcohol en drugs: Een signaal dat erg veel benoemd wordt is overmatig alcoholgebruik. Ook drinken jongeren vaak al op jonge leeftijd. Een aantal sleutelfiguren maakt zich ook zorgen over de voorbeeldrol die ouders hierin hebben. De reden hiervoor is in dit onderzoek niet onderzocht maar verdiend wel de aandacht. Komt dit bijvoorbeeld doordat er weinig communicatie mogelijk is tussen opvoeders en kinderen? Ook zijn er signalen over drugsgebruik, maar dit komt minder vaak voor dan alcoholgebruik.
Vandalisme: Met vandalisme is iets bijzonders aan de hand. Wanneer er met mensen in het dorp wordt gesproken is het allemaal heel erg en wordt er heel veel vernield in het dorp. De wijkagent geeft aan dat dit niet meer voorkomt dan elders in zijn werkgebied.
Wel is het zo dat het in Uddel meteen opvalt als er iets vernield wordt. Meestal weet het hele dorp al snel wie de dader is. Heel vaak wordt er ook helemaal geen melding bij de politie gedaan, maar lossen partijen het onderling op en wordt de schade gewoon betaald.
De voetbalkooi wordt het vaakst genoemd als plaats waar alcohol- en drugsgebruik voorkomt en waar veel vandalisme is.
Seksualiteit: Seksualiteit blijkt een lastig thema om bespreekbaar te maken. Veel ouders weten niet hoe ze dit op een goede manier met hun kind kunnen bespreken. Vaak wordt het fysieke aspect nog wel besproken, maar het emotionele aspect van seksualiteit wordt vaak vergeten. Ook zit er verschil tussen dat wat de kerk en/of de cultuur leert en de dagelijkse realiteit.
Daarnaast is het voor professionals lastig om seksualiteit bespreekbaar te maken in Uddel. Dit heeft verschillende oorzaken:
Allereerst is bij dit thema kennis van en feeling met de reformatorische cultuur noodzakelijk. Bij professionals hangt dit nu vaak af van de persoonlijke betrokkenheid en welwillendheid in hoeverre zij de reformatorische cultuur respecteren. Bij sommige professionals ontbreekt het aan kennis van de reformatorische kijk op zaken als seksualiteit, huwelijkstrouw, homoseksualiteit en misbruik. Hierdoor kunnen zij, soms onbedoeld, missers maken die op hun beurt weer zorgen voor wantrouwen bij de reformatorische bevolkingsgroep.
Het is opmerkelijk dat er een groot verschil is tussen het aantal signalen van seksueel misbruik en de daadwerkelijke meldingen bij politie en hulpverlenende instanties. In een bijgewoond overleg van professionals, werden vele, ernstige signalen benoemd. Te denken valt aan zaken als aanranding, verkrachting en incest. Bij doorvragen blijkt dat dit gaat om signalen die men via anderen gehoord heeft. Het is ook niet terug te vinden in het aantal meldingen bij politie en hulpverleners. Het is lastig om te onderzoeken of deze signalen op waarheid berusten.
Het kan echter ook zo zijn dat deze signalen wél waar zijn, maar dat er geen melding van wordt gemaakt. Eén professional heeft aangegeven dat er in een uitzonderlijk geval gekozen werd om misbruik niet te melden, aangezien de gevolgen voor het slachtoffer dan groter zijn. Het slachtoffer krijgt een stempel en kan zelfs door de eigen omgeving verstoten worden.
Een signaal dat vaak terugkeert en in diverse gesprekken bevestigd wordt, is dat jongens vaak de grens overgaan, terwijl meisjes vergeten de grens aan te geven.
2.2.3 Wat hebben jongeren en hun opvoeders in Uddel nodig?
Wat jongeren nodig hebben wordt door de meeste sleutelfiguren hetzelfde beantwoord: “oprechte aandacht”. Aandacht binnenshuis, maar ook buitenshuis. Aandacht betekent ook grenzen bieden, ook in de openbare ruimte.
Verder wordt door ambtsdragers van een kerkelijke gemeente genoemd: “oprechte bekering” en dat dit in het leven van de jongere vorm mag krijgen.
Uit beide antwoorden spreekt een diepe betrokkenheid bij het welzijn en welbevinden van de jeugd.
Wat hebben ouders en opvoeders nodig? Hier worden een aantal zaken benoemd.
Ten eerste is het van groot belang dat de thema avonden over opvoeding hun doorgang vinden. Er is veel waardering voor de manier waarop de gemeente dit faciliteert en dat deze avonden door een medewerker van Stimenz georganiseerd worden.
Ten tweede zou een dependance van het CJG in Uddel een waardevolle toevoeging hebben. Ouders moeten nu naar Apeldoorn West voor het CJG en hier wordt niet of nauwelijks gebruik van gemaakt. Een ouder geeft aan, zolang je met kinderen op het consultatiebureau komt, kun je daar terecht met je vragen, maar daarna houdt het op.
Een training signaleren en bespreekbaar maken van seksueel misbruik is al eens georganiseerd en als zeer zinvol ervaren. Het is van belang om deze training één keer in de zoveel jaar herhalen. Zo kan de kennis bij ambtsdragers en vrijwilligers actueel worden gehouden, en worden nieuwkomers van de juiste kennis voorzien.
Weerbaarheidslessen en lessen seksualiteit op de Jacobus Fruytierschool zijn heel belangrijk om jongeren te leren grenzen te stellen en ze te respecteren. Deze zijn ook belangrijk voor jongeren die naar andere scholen gaan, alleen is het lastiger dit te realiseren omdat deze scholen niet allemaal binnen de gemeente Apeldoorn vallen. Er zouden dan onderlinge afspraken tussen de verschillende gemeenten gemaakt moeten worden. Dit gebeurt nu al voor de lessen weerbaarheid die door straathoekwerk Nunspeet verzorgd worden op de Jacobus Fruytierschool in Uddel.
Een jongerenwerker / straathoekwerker wordt gezien als een goed middel om jongeren die hulp nodig hebben te bereiken. Al spreekt een kerkelijk werker ook de zorg uit dat een jongerenwerker wellicht aanzet tot gezagsondermijnend gedrag bij jongeren. Wel wordt er genoemd dat deze persoon zich dan voor langere tijd aan Uddel zal moeten verbinden om iets te kunnen bereiken. De reden hiervoor is dat het alles te maken heeft met het opbouwen van een vertrouwensband.
2.3 Zorgstructuur
Jongeren hebben geen idee wat hulpverlening voor hen kan betekenen. Als er hulp wordt ingeroepen gaat dit via de huisarts. Reden hiervoor is dat bij de huisarts bekend is welke problemen er spelen. Op het preventieve vlak wordt er nu aan jongeren niet veel geboden. Positieve uitzondering daarop zijn de weerbaarheidstraining (door jongerenwerk Nunspeet), de lessen seksualiteit en het schoolmaatschappelijk werk allemaal op de Jacobus Fruytierschool. Maar hiermee wordt maar een deel van de jongeren bereikt.
Een goed initiatief is het platform jeugd. Een netwerkgroep waaraan verenigingen, kerken en welzijnswerkers deelnemen. Hier worden signalen gedeeld en initiatieven ontplooid, zoals het organiseren van thema-avonden. De thema’s en bijbehorende acties worden gekozen op basis van meerderheidsbesluit. Een nadeel hiervan kan zijn dat er wel gesignaleerd wordt maar geen acties worden ontplooid als signalen erg gevoelig liggen.
Verder is er nog een professionals overleg en een straatgroepenteam. Beide worden geïnitieerd door Stimenz. Vanuit Stimenz zijn er twee professionals werkzaam in Uddel. Een met aandachtsgebied jongeren en een met aandachtsgebied sociaal cultureel werk.
2.4 Uitkomsten enquête
De jeugdpeiling heeft 163 reacties opgeleverd. Hieronder volgt een toelichting op de aandachtspunten en wordt er een terugblik gegeven op de enquête.
2.4.1 Aandachtspunten enquête
Uit het onderzoek zijn de volgende punten naar voren gekomen:
(voor de volledige enquête zie bijlage 6.1)
-
91% van de jongeren voelt zich thuis in de buurt.
-
77% van de jongeren voelt zich thuis in Uddel.
-
Van de 87% jongeren die naar de kerk gaan, doet 51% dat omdat het hoort, 21% omdat het moet en 27% omdat ze het willen.
-
53% van de jongeren doet aan sport.
-
84% van de jongeren voelt zich weleens onveilig op straat. Dit komt door donkere plekken/weinig verlichting (83%), weinig mensen op straat (39%) of juist door de mensen die aanwezig zijn op straat(37%).
-
53% van de jongeren drinkt. In de leeftijdscategorie 12-15 jaar heeft 13% van de jongeren in de afgelopen weken meer dan vijf glazen alcohol gedronken.
-
Jongeren waarvan de ouders wel op de hoogte zijn wat hen bezig houdt, vinden vaker het aantal regels dat thuis geldt goed. Jongeren waarvan de ouders niet op de hoogte zijn, vinden vaker dat er teveel regels zijn.
2.4.2 Kritische noot ten aanzien van de enquête
In de enquête is een aantal vragen gesteld die hetzelfde ‘gedrag’ of dezelfde ervaring meten. Bijvoorbeeld de mate waarin jongeren naar een keet gaat of alcohol drinken. In de resultaten viel op dat het aantal jongeren dat bijvoorbeeld naar een keet gaat verschilt per vraag. Dus bij de ene vraag gaven meer jongeren aan dat ze naar de keet gaan dan bij de andere vraag. Dit zou verklaard kunnen worden door een verkeerde vraagstelling, waardoor jongeren de vragen niet goed begrepen. Ook kan het zijn dat jongeren de vragenlijst bewust niet consequent hebben ingevuld. Dit werd ook door een van de geïnterviewde sleutelfiguren benoemd dat jongeren via Whatsapp afspraken wat ze in gingen vullen.
Daarnaast is het goed om te benoemen dat er op het eerste gezicht wel wat verschillen lijken te zijn tussen verschillende groepen. Verschillen die van tevoren verwacht werden, leken ook uit de enquête naar voren te komen. Maar bij de uiteindelijke berekeningen bleken deze verschillen niet significant te zijn. Significantie geeft aan of de kans op een verschil op toeval kan berusten of niet. Er zijn dus weinig verschillen gevonden waarvan men kan zeggen dat deze niet op toeval berusten.
2.4.3 Toetsen aan theorie
Hoe ziet de situatie in Uddel er uit als je deze toetst aan het theoretisch kader uit paragraaf 1.3?
Omgang
Huidige situatie: in het onderzoek geven ouders en sleutelfiguren aan dat er opvoedingsverlegenheid is bij ouders op het vlak van erkenning geven aan je kind in ontwikkeling; hoe breng je normen en waarden over die jij belangrijk vindt, hoe gebruik je social media en televisie in je opvoeding of kan je deze media ontkennen? Deze vragen raken het sleutelwoord ‘omgang’.
Ook wordt er door veel mensen genoemd dat jongeren thuis wel regels en grenzen geleerd worden, maar dat jongeren buitenshuis behoorlijk worden losgelaten. In de openbare ruimte is er sprake van een gebrek aan omgang tussen jongeren en opvoeders, met als gevolg dat er ook zaken plaatsvinden als grensoverschrijdend gedrag, alcoholmisbruik en vandalisme.
Gewenste situatie: Het belangrijkste middel in het werken met jongeren is de omgang. Door er te zijn voor jongeren kun je door middel van gesprekken, activiteiten, en voorbeeldgedrag handvatten meegeven aan jongeren bij hun groei naar volwassenheid. Door een relatie op te bouwen met jongeren, door regelmatig
met ze om te gaan, kan er op een gegeven moment ook zoveel vertrouwen ontstaan dat jongeren bij je komen met hun zorgen en problemen. Je kunt dan een luisterend oor bieden, of zo nodig doorverwijzen naar hulpverlenende instanties. Door jongeren regelmatig op te zoeken, merk je dat ze steeds gemakkelijker naar je toe komen voor een vraag of met een probleem.
Het investeren in omgang kan vorm krijgen door preventie activiteiten en opvoedondersteuning aan te bieden over dit onderwerp. Hiervoor kunnen de huidige thema avonden georganiseerd door Stimenz gebruikt worden.
Daarnaast is er vooral jongerenwerk nodig. Zij geven praktisch vorm aan het begrip omgang, door met de jongeren om te gaan en er achter te komen wat hen beweegt en door met hen te kijken waar hun kansen en problemen liggen.
Dialoog
Huidige situatie: In het onderzoek kwamen wij op verschillende gebieden een gebrek aan dialoog tegen. Ik noem een aantal voorbeelden:
-
Dialoog tussen jongeren en ouders. Er zijn ouders die geen weet hebben van de wereld waarin hun jongeren leven. Zij hebben geen kennis van sociale media en weten daardoor niet wat jongeren tegenkomen. Dialoog over het geloof. Jongeren ervaren grenzen, maar krijgen niet altijd de uitleg waaróm deze grenzen er zijn.
-
Dialoog tussen verschillende bevolkingsgroepen in het dorp. Kinderen van de beide basisscholen in het dorp ervaren vijandigheid jegens elkaar. Dit kun je doortrekken naar de volwassenen die een kloof ervaren tussen het gelovige en het niet-gelovige deel van de bevolking. Verder is er ook veel onbekendheid met het Poolse deel van de bevolking in Uddel. Dit leidt ook tot onbegrip, angst, maar zelfs ook discriminatie.
-
Dialoog tussen jongeren en gemeente. Ik kan hier in de korte tijd van mijn onderzoek slechts een voorbeeld noemen, maar die is wel positief! Er was jarenlang veel gedoe geweest rondom de viering van Oud en Nieuw. Om dit te voorkomen is de burgemeester zelf in gesprek gegaan met jongeren.
Gewenste situatie: Een dialoog kan meer zijn dan een goed gesprek. Je kunt ook een dialoog op gang brengen tussen verschillende groepen jongeren. Dit kan een goed gesprek zijn, maar ook een activiteit, waarbij verschillende groepen jongeren met elkaar in contact komen. Bijvoorbeeld een activiteit waarbij beide basisscholen betrokken zijn. Door elkaar te leren kennen, hoop je dat er meer begrip voor elkaar komt. Een jongerenwerker kan ook zorgen voor een dialoog tussen jongeren en hun omgeving, bijvoorbeeld in overlastsituaties, maar ook als jongeren graag iets willen veranderen in hun buurt.
Dialoog tussen gemeente en jongeren. De gemeente is vaak bezig met beleid dat jongeren aangaat, maar jongeren worden hier lang niet altijd bij betrokken, denk bijvoorbeeld aan alcoholbeleid, aan het realiseren van trapveldjes en andere voorzieningen voor jongeren.
Voorbeelden van thema’s waarover een dialoog gevoerd zou moeten worden zijn:
Opvoeden mét normen en waarden / geloof in een snel veranderende wereld. Hoe doe je dat?
-
Opvoeden en nieuwe media
-
Hoe geef ik erkenning aan mijn kinderen?
-
Geloof en seksualiteit.
-
Begrip voor andersdenkenden / gelovigen.
-
Hoe kan ik jongeren aanspreken in de openbare ruimte?
-
Recreatiemogelijkheden voor jongeren in de openbare ruimte.
Grenzen
Huidige situatie: Ouders vinden het lastig om grenzen te stellen aan hun kinderen. Hierbij gaat het om thema’s als alcoholgebruik, seksualiteit, gedrag, hoe laat thuiskomen enzovoort. Ook het aanspreken van (andermans) kinderen in de openbare ruimte is erg lastig. Al zijn er wel mensen in het dorp die dit op een positieve manier proberen te doen.
Gewenste situatie:
In de omgang met jongeren is het mogelijk beter en duidelijker grenzen aan te geven, maar daarbij is het belangrijk dat je jongeren ook uit kunt leggen waartoe deze grenzen dienen.
Dit kan direct aan jongeren zijn, door jongerenwerkers, buurtbewoners maar ook indirect door handhavingsbeleid van de gemeente en politie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan tegengaan van overlast, overmatig alcoholgebruik, en regels over bouwketen voor jongeren.
Om deze gewenste situatie te bereiken is opvoedondersteuning nodig voor ouders. Er is een jongerenwerker nodig, maar die kan nooit op alle plaatsen tegelijk zijn. Daarom zou je ook bijvoorbeeld buurtbewoners (van de voetbalkooi), trainers en leiders van sportverenigingen een training aan kunnen bieden om jongeren op een positieve manier aan te spreken op hun gedrag. Grenzen zijn belangrijk om jongeren tot volle ontwikkeling te laten komen in de puberteit, maar ook om ze te laten merken dat zij er toe doen.
Wortels en vleugels:
Huidige situatie:
‘it takes a village to raise a child’. Uit het onderzoek blijkt dat de sociale gemeenschap van Uddel een meerwaarde is voor de opvoeding van jeugd in Uddel. In de interviews met jongeren kwam vaak naar voren dat de hechte gemeenschap van Uddel positief wordt ervaren. Vooral in de basisschoolleeftijd vinden jongeren het ons-kent-ons gevoel fijn en vertrouwd.
Naast de voordelen die de sterke sociale gemeenschap in Uddel biedt zijn er ook specifieke aandachtspunten naar voren gekomen:
-
In de puberteit is het soms lastig om je eigen identiteit te midden van alle geschreven en ongeschreven wetten die de cultuur en het geloof voorschrijven.
-
Ook is het lastig om “ongezien” eens te experimenteren met ander gedrag dan je altijd geleerd is. Er is altijd wel iemand die op je let.
-
In de nieuwe media kom je heel veel andere ideeën, meningen en overtuigingen tegen. De oudere generatie is vaak nog heel beschermd opgevoed en begrijpen daardoor niet altijd dat het voor jongeren in deze tijd best lastig kan zijn om bepaalde (geloofs) overtuigingen eigen te maken.
Gewenste situatie:
Voor de meeste jongeren in Uddel zijn hun wortels heel duidelijk. Uddel heeft een duidelijke, eigen cultuur, voor velen gebaseerd op christelijke normen en waarden. Dit is heel belangrijk.
Maar minstens zo belangrijk is dat die wortels ook vleugels kunnen worden. Dat jongeren de normen en waarden die ze in hun opvoeding hebben meegekregen ook eigen kunnen maken en kunnen gebruiken om hun vleugels uit te slaan in het leven, om zelfstandig te worden. Daarvoor is het belangrijk om met jongeren in gesprek te gaan én te blijven over normen en waarden. In het gezin, de kerk, de buurt en de samenleving en in het jongerenwerk.
Participatie:
Huidige situatie:
Bij de volleybalvereniging is een jeugdbestuur, hier zetten jongeren zich in voor hun eigen activiteiten en organisatie. Een kerkelijk medewerker heeft aangegeven dat ze een enquête afnemen om erachter te komen wat jongeren willen. Goede initiatieven die zeker uitgebreid kunnen worden.
Gewenste situatie:
Zoals eerder aangegeven bij het punt dialoog, is het belangrijk dat jongeren mee kunnen praten over zaken die hen aangaan en dat ze daarbij serieus genomen worden. Dat jongeren aangeven dat activiteiten van clubs en kerken niet aansluiten bij hun leeftijd, kan een uitgangspunt zijn om jongeren meer te laten participeren, mee te denken over nieuwe dingen.
-
-
3 Conclusies
-
3.1 Opvoeding en communicatie
3.1.1 Opvoeden
Ouders geven aan dat er opvoedverlegenheid aanwezig is. Deze opvoedingsverlegenheid komt tot uiting op verschillende deelgebieden die ook al eerder genoemd zijn. Te denken valt aan; erkenning geven aan je kind, grenzen stellen, hoe om te gaan met geloof / normen en waarden tegenover een snel veranderende maatschappij. Daarom is het belangrijk om opvoedavonden te blijven organiseren. Deze avonden worden als zeer positief ervaren en brengt mensen van verschillende achtergronden bij elkaar en met elkaar in gesprek. Het zou goed zijn om hier een beleidsplan voor te maken, zodat iedereen binnen eigen verband op dezelfde tijd aan dezelfde thema’s kan werken, met dezelfde middelen en deskundigheid.
Voor laagdrempelige opvoedondersteuning moeten ouders nu “de bult over”. Daarom wordt er nauwelijks tot geen gebruik gemaakt van het CJG in Apeldoorn West. De GGD biedt opvoedondersteuning, echter is dit onbekend bij ouders. Er is wel behoefte aan opvoedondersteuning. Voor de jongere leeftijd (0-4 jaar) kan het consultatiebureau hier een rol in vervullen, maar voor de oudere jeugd (4-21 jaar) is het ondersteunen van opvoeders minstens zo belangrijk.
3.1.2 Communicatie
Er is jeugd die als overlast gevend wordt ervaren. Met name bij de voetbalkooi. Het is constructief om een aantal ouders en/of andere vrijwilligers te trainen en te begeleiden in het “aanspreken van jongeren”. Dit betekent niet dat zij continu toezicht moeten houden, maar dat ze af en toe eens langs gaan en een praatje met de jongeren maken. Er is een training “communiceren met hangjongeren” die voor dit doel uitermate geschikt zou zijn. Daarbij is het wel van belang dat er op de achtergrond een professional beschikbaar is, die kan dienen als praatpaal, adviseur en eventueel voor bemiddeling tussen jongeren en gemeente of jongeren en politie.
3.2 Zorgstructuur
3.2.1 CJG
Zoals eerder genoemd, is het van groot belang dat er een dependance van het CJG komt in Uddel. Deze voorziening hoeft niet 7 dagen in de week open te zijn, maar moet wel een duidelijk eigen gezicht hebben. Met een vaste medewerker, zodat er een vertrouwensband opgebouwd kan worden. Deze medewerker zou dan ook een beleidsplan kunnen maken voor preventieve opvoedondersteuning. Hierin kan planmatig gewerkt worden aan bepaalde thema’s. Tevens kunnen de thema-avonden worden ondergebracht.
3.2.2 Sociale kaart
Het is van belang dat er een sociale kaart komt voor hulpverleners in Uddel. Naast de reguliere hulpverlening moet hier ook in vermeld worden welke hulpverleners er vanuit de verschillende kerkelijke gezindten beschikbaar zijn. Doel is om deze kennis voor iedereen beschikbaar te hebben, zodat er gemakkelijk doorverwezen kan worden wanneer dit nodig is.
Het bekend maken van de mogelijkheden voor hulpverlening onder jongeren kan verbeterd worden. In de interviews werd ook de mogelijkheid voor digitale
hulpverlening genoemd. Dit zou eventueel via een app (is vrij kostbaar) of via een anonieme website / chatlijn kunnen.
Verder zou het effectief zijn om professionals die in Uddel (komen te) werken een training (handleiding) te geven met basiskennis van het christelijk geloof en de reformatorische cultuur. Dit voorkomt dat iedere nieuwe professional zelf weer het wiel uit moet vinden en dat er meer wederzijds begrip ontstaat. In de interviews gaven professionals ook aan dat ze vaak niet weten waarom mensen ergens “tegen” zijn en hoe dat in de Bijbel vermeld staat.
3.2.3 GGD en jeugdverpleegkundigen
In Uddel wordt erg veel waarde gehecht aan een “bekend gezicht”. Daarom is het van grote waarde dat de jeugdverpleegkundige naast het Gezondheidsonderzoek (GO) nu ook het Voortgezet onderwijs (VO) gaat bedienen. Daar staat tegenover dat het erg jammer is dat eerder één jeugdarts zowel het basisonderwijs als het voorgezet onderwijs in Uddel deed en dat nu de basisscholen door een andere jeugdarts gedaan worden. Voor Uddel is continuïteit zeer gewenst.
Zowel GGD als jeugdverpleegkundigen geven aan dat opvoeden al erg vroeg begint en dat het zeer wenselijk zou zijn om in Uddel een peuterspeelzaal met VVE voorziening te krijgen. Dit met name ook om de kinderen van Poolse gezinnen die in Uddel verblijven te bereiken. VVE voorziet in een goede taalontwikkeling. Taalontwikkeling is een heel belangrijke basis voor opvoeden en communiceren.
3.3 Welzijnswerk
3.3.1 Jongerenwerk
Voor de jongeren in Uddel is het belangrijk dat er een aanspreekpunt komt in de vorm van een jongerenwerker. Het is belangrijk dat in Uddel vooral ingezet wordt op ambulant jongerenwerk. Een ambulant jongerenwerker kan jongeren bereiken op allerlei plaatsen waar jongeren te vinden zijn, zoals op straat en in de keet. Een ambulant jongerenwerker kan daarbij vroegtijdig signalen en problemen opvangen en daarop inspelen.
Het is van groot belang dat jongerenwerk ook een budget heeft waaruit activiteiten betaald kunnen worden. Activiteiten zijn bij jongerenwerk niet het doel, maar juist het middel om met jongeren in contact te komen. Hierbij valt te denken aan debatavonden, weerbaarheidstrainingen en meidenwerk.
Eén van deze activiteiten is het organiseren van meidenwerk. Hier is veel behoefte aan bij de meiden. Meidenwerk is een werksoort van het jongerenwerk waarbij ingezet wordt op emancipatie en participatie van meisjes. Ook kan weerbaarheid meegenomen worden in het meidenwerk.
Het jongerenwerk moet goed aansluiten bij de cultuur van Uddel. Dit wordt door bijna alle geïnterviewde benadrukt. Daarbij werd aangegeven dat Straathoekwerk Nunspeet hierin een goede partner kan zijn. Zij hebben kennis van de cultuur geloof en hoe dat samenhangt met hulpverlening aan jongeren.
3.3.2 Stimenz
Stimenz heeft momenteel twee medewerkers die werkzaam zijn in Uddel. Beide medewerkers hebben veel goede contacten opgebouwd en initiatieven ontplooid. Toch is niet altijd even duidelijk wat precies de taakstelling vanuit Stimenz is.
Beide medewerkers hebben uren toebedeeld gekregen die ze moeten verdelen over de verschillende wijken in Apeldoorn die ze onder hun hoede hebben. Het hangt nu voornamelijk van de betrokkenheid van de medewerkers af, hoeveel uren er aan Uddel besteed worden. Het zou goed zijn om hier duidelijkheid te verschaffen en een vast aantal uren voor Uddel te reserveren. Uren die nu zijn toebedeeld, zijn niet toereikend om signalen vanuit Uddel op een goede manier op te pakken.
3.3.3 Platform jeugd
Het platform jeugd is een goed en succesvol initiatief. Het platform bestaat uit kerkgenootschappen, scholen, verenigingen en de dorpsraad Uddel. Het platform wordt ondersteund door de Gemeente Apeldoorn en Stimenz. Ook op andere organisaties kan een beroep worden gedaan. Er worden veel signalen gedeeld en er zijn korte lijnen. Het platform jongeren Uddel stelt zich ten doel:
- zicht te krijgen op de aard en de ernst van de problematiek onder jongeren;
- een overzicht te krijgen op het veld van de hulpverlening (sociale kaart);
- de problemen onder jongeren bespreekbaar te maken en te verminderen.
-
3.5 Maak gebruik van de bestaande inzet
Er is in Uddel al ontzettend veel inzet. Vele vrijwilligers houden zich bezig met jongeren in verenigingen, kerk en buurt. Maak hier dankbaar gebruik van. Zorg dat vrijwilligers die met jongeren werken getraind en geschoold worden. Denk hierbij aan signaleren en bespreekbaar maken van mishandeling en misbruik of bijvoorbeeld het communiceren met pubers.
Zoek voor de financiering van bepaalde actiepunten ook contact met de kerkelijke gemeenten in Uddel. Een kerkelijk werker gaf aan dat zijn gemeente best bepaalde initiatieven wil helpen ondersteunen. De gemeente dient zich wel te realiseren dat
Afspraken zijn vastgelegd in een convenant en door alle leden ondertekend. Dit is de basis van waaruit bevindingen worden besproken en omgezet worden in acties. Een ieder draagt zorg voor financiële verantwoordelijkheid om acties te kunnen ontplooien. Hoewel er één gezamenlijk doel wordt nagestreefd, zal er ruimte zijn voor een eigen invulling door de aangesloten organisaties. Echter is de bevoegdheid van het platform onduidelijk. Het kan nu gebeuren dat bepaalde interventies niet uitgevoerd worden in Uddel, omdat het platform vind dat de interventie niet passend is voor Uddel. De gemeente kan zich afvragen of het platform de bevoegdheid moet hebben om een dergelijke beslissing te nemen. Het platform is natuurlijk wél een uitgelezen mogelijkheid om draagvlak te creëren voor beleid en daaruit voortvloeiende interventies.
3.4 Investeer in jeugd!
Een gemeente heeft verantwoordelijkheden op het gebied van jeugdzorg, jeugdbeleid en WMO, maar ook morele verantwoordelijkheid voor jongeren. Om die verantwoordelijkheid te kunnen vormgeven, is niet altijd gemakkelijk. Problemen zijn er wel degelijk, maar hoeven niet de overhand te krijgen. Er moet zorg voor gedragen worden dat dit ook in de toekomst niet gebeurt. Met dit rapport worden mogelijkheden/aanbevelingen aangeboden aan de gemeente Apeldoorn om problemen om te zetten in kansen. Kansen voor de Uddeler jeugd. Een jeugd die ervaren is als open, eerlijk, gastvrij, en hardwerkend. Een jeugd om trots op te zijn en een jeugd waar zuinig mee om moet worden gegaan, omdat ze het toekomstkapitaal zijn en omdat ze ook de leefbaarheid in de gemeente vergroten.
3.5 Maak gebruik van de bestaande inzet
Er is in Uddel al ontzettend veel inzet. Vele vrijwilligers houden zich bezig met jongeren in verenigingen, kerk en buurt. Maak hier dankbaar gebruik van. Zorg dat vrijwilligers die met jongeren werken getraind en geschoold worden. Denk hierbij aan signaleren en bespreekbaar maken van mishandeling en misbruik of bijvoorbeeld het communiceren met pubers.
Zoek voor de financiering van bepaalde actiepunten ook contact met de kerkelijke gemeenten in Uddel. Een kerkelijk werker gaf aan dat zijn gemeente best bepaalde initiatieven wil helpen ondersteunen. De gemeente dient zich wel te realiseren dat wanneer een kerkelijk gemeente financiële ondersteuning biedt, deze ook inspraak mogen hebben in de inhoudelijke verantwoording van de initiatieven.
-
-
-
Het rapport bevat ook nog bijlagen. Het gehele rapport komt nog in pdf, dan komt er op uddel.info nog een link naar het rapport.