De pandemie heeft veel mensen ertoe aangezet om het leven in de stad in te ruilen voor de vrijheid van het platteland – maar de overgang is niet altijd gemakkelijk. Sommigen wennen aan de rust en de ruimte, anderen nemen de Stadse Streken mee het dorp in en wennen nooit. Daarom, laten we eens stilstaan bij de dingen die niemand je vertelt als je van de Grote Stad naar een dorp verhuist, zoals wij…
Ik ben geboren en getogen in het Oosten van het land. Mijn vrouw komt van de Veluwe. Het dorpse leven ben ik wel gewend en plat proat’n is geweldig. Als Achterhoeker genoot ik van de natuur en het werken bij de boer. Je groeit op met de geuren zoals de mest, de dieren en het kuilvoer. Ik rook ernaar als ik in de klas zat, maar niemand vond het erg. We waren allemaal buitenkinderen. Als we vakantiewerk deden op de boerencamping, maakten we de Randstedelingen wijs dat een roodbonte koe halfvolle melk geeft en het zwartebonte vee de chocomel. We kwamen er vaak mee weg.
Ik heb zelf lang in de Randstad gewoond. Een aantal jaren Rotterdam en omgeving, daarna bijna een kwart eeuw in hartje Amsterdam. Maar op enig moment gaat het toch kriebelen en wil je het landelijke weer voelen. En dan niet alleen voor een vakantie van een paar weken. Immers, zoals de Amerikaanse journalist/humorist Arthur Baer het zo treffend stelde: “Je kunt de jongen wel uit het dorp halen maar het dorp niet uit de jongen.”
Dus toen we de grote stad een beetje beu werden, gingen we op zoek naar een mooie plek op de Veluwe. Het werd Uddel… We schrijven het jaar 2009. Maar zo eenvoudig van een stedeling weer een dorpeling worden, ging nog niet zo simpel.
Elkaar groeten, een gesprek bij de kassa, even de auto dubbel parkeren… in de stad krijg je dan gelijk op je @(#*&^@ want niemand heeft tijd en iedereen heeft haast. Je kent je naaste buren amper of vaak helemaal niet, er wordt in de stad onderweg niet gegroet, en je gaat vooral je eigen gang. Misschien overdrijf ik wat, maar het is waar dat je in de Grote Stad je eigen leven leidt en dat op orde probeert te houden. Dus, na dik 30 jaren Randstad en veel reizen gemaakt, vooral voor mijn werk, naar de echt grote wereldsteden, moesten we ons aanpassen aan een nieuw ritme. Maar goed, dat was ook onze keuze. We merkten al snel dat ons dorpsgevoel toch iets verder weg verborgen zat dan gehoopt.
Zoals ik al schreef, in de Grote Stad bemoeien de buren zich vaak niet met elkaar. Toen we tijdens de verbouwing van ons huis aan de Oudedijk allerlei archeologische vondsten deden, zoals een unieke ‘napjessteen’ (zie deze link), hadden we geen voornemen onze buren even te informeren. Dom…
We hadden net mais laten zaaien op de weilanden rond ons huis. De vorige bewoner had het omliggende land nogal verwaarloosd en wij wilden er weer leven in brengen. De vondsten van oude werktuigen trok de aandacht van de archeologische afdeling van de gemeente Apeldoorn. Het was zelfs zo uniek, dat oudheidkundigen zoals hoogleraren en wetenschappelijk onderzoekers van de Universiteit Leiden, bij ons in de weilanden gingen graven. Er werd van alles en nog wat gevonden omdat onze graslanden amper bewerkt waren. Lang geleden was het bewoond. We konden zelfs nog het resten van kampvuur zien. Dozen vol hebben we geschonken aan de universiteit en het Coda
Museum in Apeldoorn. Een paar stukken, zoals de napjessteen, hebben we gehouden als herinnering aan voorbije tijden.
Toen kregen we de politie aan de deur. Controle. We zouden een hasj-plantage in het maisveld hebben aangelegd. Er was ook een donkere man op een trekker gespot. Klopt, dat was één van de hoogleraren van de universiteit en hij verzorgde millimeter voor millimeter de afgravingen. Kortom, snel de buren ingelicht en een gezellige borrel georganiseerd. En regelmatig borrelen of een bakkie doen met de buurvrienden is inmiddels een gezellige gewoonte geworden.
Ook het vrijwilligerswerk is goed om te groeien in je eigen omgeving. Zie mijn andere column maar. Je kunt het ook niet doen, maar toen mij gevraagd werd een rol te gaan spelen in onder meer de ondernemersvereniging, heb ik snel Ja gezegd. Het is zinvol, leerzaam en dankbaar werk om je krachten te mogen delen met elkaar. Maar, ik mocht ook geen Neen zeggen (toch, Erik, Lambert?).
Dus langzaam (maar langzamer dan ik had gewild) raakte ik gewend aan mijn nieuwe leven op het platteland; en uiteindelijk begon ik ervan te houden. Ik waardeerde het veel meer dan ik ooit deed in mijn tienerjaren. Het duurt blijkbaar even om je aan te passen, maar dan heb je ook wat… Dan wil je niet meer terug. Ook al hebben we in het begin behoorlijk moeten forenzen, filerijden van en naar kantoor en klant in de Randstad. Dat is nu met het hybride werken een stuk beter geworden.
Nu we het er toch over hebben: wat je doet voor werk lijkt minder belangrijk in een dorp dan in de stad. Het is niet de eerste vraag die mensen je stellen. Ze zullen zeker geïnteresseerd zijn, maar alleen tussen andere dingen door: wat voor soort eikenhoutsnippers het beste zijn voor de BBQ, bijvoorbeeld, dat de zonsondergang gisteravond zo mooi was, of wie de deelnemers zijn aan de Zomermarkt. Dit is prettig omdat je identiteit minder gebonden is aan wat en waar je werkt. Je hecht minder waarde aan werk als statussymbool en gaat er breder over nadenken: is het zinvol?
Je gaat ook anders plannen. Nee, je hebt hier geen avondwinkels en UberEats bezorgt niet in het postcodegebied 3888. Ja, de winkels hier zijn op zondag gesloten. Prima. Geniet van die dag rust. De stad dendert maar door. Zorg er maar voor dat jouw Koopzondag gewoon op de zaterdag is. Op zondag staat zelfs onze robotmaaier uit.
Maar sommigen lukt het nooit om te wennen. De klaagzang die ik soms krijgen van stedelingen die het stadse voor het dorpse hebben ingeruild, begrijp ik niet. Ja, dieren maken geluid, boeren moeten hun grond bemesten, winkels zijn soms tussen de middag gesloten en trekkers rijden ook wel eens ’s nachts.
Hoe mooi is dan het onderstaande bord wat ik tegenkwam. Misschien moeten we zoiets wel op de toegangswegen naar Uddel plaatsen…
VERTALING:
Let op, dit land behoort bij een boerderij. Er zijn dieren op deze boerderij, ze maken geluiden, stinken en doen van alles buiten. Als je geen dierengeluiden of -geuren kunt verdragen… koop dan geen huis naast een boerderij!
Egbert Jan van Bel is ondernemer, schrijver en docent.