UDDEL – Muziekvereniging Juliana uit Uddel heeft zaterdagavond 11 april haar voorjaarsconcert gegeven. De ingestudeerde muziekstukken werden uitgevoerd voor volle zaal met publiek. Het programma werd voor de pauze onderbroken voor de huldiging van een vijftal leden. Bij die vijf behoorde ook Albert de Vries die 60 jaar lid is van muziekvereniging Juliana. Een bijzonder jubileum dus. Albert de Vries is het tweede lid in de geschiedenis van Juliana die zestig jaar lid is bij de muziekvereniging. Jan van de Zande was in 2013 het eerste lid van Juliana die deze mijlpaal bereikte.
Albert de Vries is als jongen van 14/15 jaar lid geworden van Juliana, in 1948. Dirigent was toen de heer Wensing, die was zetboer op een koninklijke boerderij. “Hij kwam elke week op zijn oude motor van Apeldoorn naar Uddel, zei Albert, en we begonnen elke repetitie met het spelen van vijf koralen en daarna de moeilijke stukken. Die koralen dat ging nog wel, maar met die moeilijke stukken dacht ik, ik leer het nooit, en heb toen weer bedankt als lid”.
Als Albert enthousiast begint te vertellen, met een glinstering in zijn ogen, over zestig jaar Juliana dan hoef je eigenlijk geen vragen te stellen zoveel kan voor het voetlicht brengen, je kunt er wel boek van schrijven.
“Maar een aantal jaren later kwamen ze van de muziekvereniging vragen of ik weer lid wilde worden, want ze hadden te weinig leden”. Er waren zo’n twintig leden en met dit kleine aantal wisten ze bij Juliana het te presteren om de eerste prijs, het Vaandel, in de wacht slepen in Apeldoorn. Toen Albert voor de tweede keer lid werd van Juliana was de heer Van Reewijk dirigent bij de muziekvereniging. Nieuwkomers bij de vereniging kregen een boekje met 200 lesjes, geschreven door Van Reeuwijk zelf en dat moesten ze eerst leren spelen. Albert heeft het niet tot het eind van het boekje gebracht “Want het eind was zo moeilijk”. De heer Van Reewijk heeft nog geprobeerd om het boekje uit te geven maar er was geen uitgever te vinden die dat wou. Die vonden het te moeilijk voor een leerboekje. Van Reewijk heeft er voor gezorgd dat er een supportersvereniging werd opgericht om zo de vereniging een financieel steuntje in de rug te geven. “Dat kostte 10 cent in de week, en die 10 cent moest elke week worden opgehaald, dat was met gedachte dat je dan iedere de muziekvereniging onder aandacht van de mensen bracht”, zei Albert.
In die zestig jaar dat Albert de Vries lid is van Juliana zijn er diverse activiteiten ontplooid om geld voor de vereniging bijeen te krijgen. Lompen, oud ijzer en oud papier zijn hier voorbeelden van. Men ging met paard en wagen de deuren langs om het in te zamelen. Men had eerst een schuur bij Peter Vos aan de Veenkamp en later bij Popering aan de Elspeterweg waar alles werd opgeslagen. Voor de lompen had men Jongbloed, geen onbekende in die dagen in Uddel, die ze opkocht. Met het kroondomein had men de afspraak dat ze van de muziekvereniging de oude rasters mocht opruimen voor het oude ijzer, gaas. De kalvermelkzakken waren vroeger ook van papier en die werden dan met een groepj mensen uit elkaar gehaald, dat leverde meer geld op. Lompen en oud ijzer zamelt men niet meer in, maar voor oud papier kan men nog altijd bij Juliana terecht. Oliebollen bakken is ook een bron van inkomsten voor Juliana, waar ze al jaren mee aan de weg timmeren en waar Albert de Vries zijn sporen in heeft verdiend. Toen ze begonnen met oliebollen bakken gebeurde dat op gastellen met grote pitten en dan was het zaak dat de olie niet te heet werd, wat niet altijd te voorkomen was. “Het bakken gebeurde ’s avonds want de leden moesten overdag werken” zei Albert. “Het gebeurde wel dat we op oudejaarsavond de oliebollen nog aan het rondbrengen waren als de mensen naar de kerk gingen. Na afloop konden we ogen niet meer open houden”. Dit tot ergernis van Heintje, die toen verkering had met Albert. Jaarlijks werd er een bazaar gehouden in de Barak en later in Het Blanke Schot. Voor het inkopen van de artikelen voor die bazaar ging men altijd naar Baarle Nassau in Brabant. “Die man verkocht aan huis, de artikelen stonden op de trap, in de woonkamer. Overal waar je kijken kon stond het vol”, verteld Albert. Albert praat rustig verder en Heintje zorgt ondertussen voor thee.
Uitvoeringen werden vroeger ook in de Barak gehouden. Dan was zaterdags ’s middags voor de kinderen, want anders kon ’s avonds niet iedereen in de zaal. Dat was dan tevens de generale repetitie.
Er is ook een keer een groot muziekfeest georganiseerd bij Hoogendoorn. Daar deden veel korpsen uit Apeldoorn aan mee. Het bestuur vergaderde hierover bij Drees van Riek en toen moest Albert, die in het bestuur zat en een motor had,, naar Apeldoorn om te gaan vragen bij het AMF of de korpsen mee wilden doen. Bij het AMF moest men eerst alle korpsen langs bellen om dat te vragen. Daarna kon Albert weer terug naar Uddel om te vertellen dat de korpsen naar Uddel kwamen.
Albert de Vries heeft ook zo’n 25 jaar in het bestuur gezeten, waarvan de meeste jaren als secretaris en een aantal jaren als bibliothecaris. Het was nog de tijd dat notulen en verslagen met de hand werden geschreven. “Maar die boeken zijn helaas verdwenen” zegt hij met weemoed in zijn stem. “Het is jammer dat niemand weet waar ze gebleven zijn, er is toch een stuk geschiedenis van de vereniging zoek. Misschien komen ze nog eens boven water”, hoopt Albert
In die zestig jaar heeft Albert twee keer meegemaakt dat er een heel nieuw instrumentarium is aangeschaft. In 1973 bij het 40-jarig bestaan van Juliana. Hiervan heeft het instrument dat hij bespeelde, de bariton, in zijn bezit als zijn eigendom. Vol trots haalt hij het instrument van boven en haalt het uit de koffer. In 2008, bij het 75-jarig bestaan van muziekvereniging Juliana was het de tweede keer dat er heel nieuw instrumentarium is aangeschaft voor het hele korps.
Albert is nog zo’n zeventien jaar lang elke week naar Klarenbeek gereden om daar te spelen in het seniorenorkest. De eerste jaren samen met Jaap Vlijm en Jan van de Zande. Na het overlijden van Jaap Vlijm ging hij elke week samen met Jan van de Zande. Met het seniorenorkest traden ze op in verzorgings- en bejaardentehuizen in Apeldoorn en omstreken.
Als Albert de Vries terugkijkt op de zestig jaar dat hij lid was van Juliana dan zegt hij: “Vroeger was de saamhorigheid groter dan tegenwoordig. Was natuurlijk ook een heel andere tijd. Als er een vergadering was of een repetitie, en het was b.v. hooitijd, dan kwamen ze altijd een handje helpen voor die tijd, om het hooi op de opper te zetten. Dan kon ik ook op tijd op de vergadering zijn of op de repetitie”.
De meeste jaren van die zestig jaar heeft zijn vrouw Heintje aan zijn zijde gehad. Heintje verleende en als het moet nog steeds, denk maar aan de oliebollenkraam, hand en spandiensten voor de muziekvereniging.
Albert en Heintje de Vries zijn beiden mensen met het hart op de goede plaats voor de muziekvereniging Juliana.